Categorie:Zouaven

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Beeld van een zouaaf in het Nederlands Zouavenmuseum (foto Ad van den Houdt).

Het Regiment Zouaven van de Paus verdedigde onder Paus Pius IX de Kerkelijke Staat tegen de aanvallen van koning Victor Emanuel II en zijn bondgenoot Garibaldi, die alles in het werk stelden om ook het grondgebied van de Kerkelijke Staat bij Italië in te lijven. De paus deed omstreeks 1861 daarom via rondreizende priesters een oproep aan jonge, ongehuwde kaholieke mannen overal ter wereld om hem te hulp te komen. In totaal heeft het regiment 11.000 vrijwilligers gekend, waarvan er meer dan 3.000 uit Nederland kwamen. Onder hen ook een aantal mannen uit Waalwijk, Baardwijk en Besoijen.[1]

Nagenoeg alle Nederlandse zouaven vertrokken vanuit Oudenbosch per trein naar Brussel. Daar werden de mannen gekeurd en geregistreerd en kregen zij hun zogenoemde ‘Brussels nummer.’ De vrijwilligers tekenden voor twee jaar en moesten onder andere een paspoort, een militiecertificaat en een door de pastoor of kapelaan ondertekend bewijs van goed gedrag overleggen. Later kregen zij ook nog een ‘Italiaans nummer,’ waaronder zij zijn ingeschreven op de officiële naamlijst van de zouaven. Vanuit Brussel ging het via Marseille per boot naar Civita Vecchia, de havenplaats van de Kerkelijke Staat.

Op 20 september 1870 zag de paus zich genoodzaakt de strijd te staken. De dag erna marcheerden de zouaven (genoemd naar de Zouava’s, een volk uit Noord-Afrika, wier klederdracht leek op het uniform van de zouaven) voor de laatste maal door Rome.

Veel zouaven hebben na hun terugkeer in Nederland nog problemen gehad met het terugkrijgen van het Nederlandse staatsburgerschap, dat men was kwijtgeraakt door het dienst nemen in het leger van een vreemde natie. Koning Willem III was niet bepaald een vriend van de Paus en de zouaven. Zo waren velen onder andere hun kiesrecht en het recht van onderstand (bijstand) kwijtgeraakt. Daarom werden overal in het land broederschappen van zouaven opgericht met het doel de leden in moeilijke tijden financieel te ondersteunen.

Pas in 1947, een jaar na het overlijden van de laatste zouaaf, werd door de toenmalige regering een ‘Generaal Pardon’ verleend en kregen zij alle rechten weer terug.

In Waalwijk, Baardwijk en Besoijen heeft het feit dat men als zouaaf gediend had blijkbaar niet veel problemen opgeleverd en kon men zelfs zonder problemen bij de gemeente in dienst treden, zoals bijvoorbeeld Johannes Hendrikus van den Houdt. Bij enkele zouaven is in het bevolkingsregister ambtshalve de aantekening gemaakt dat zij vertrokken waren naar Brussel, Rome of simpelweg ‘het buitenland.’ Bij terugkeer werden zij weer ambtshalve ingeschreven met bijvoorbeeld een aantekening als ‘gekomen van Rome in 1868.’ Uit niets bleek dat zij dienst hadden gedaan in het leger van een vreemde mogendheid.

Zoals De Echo van het Zuiden op 27 augustus 1891 berichtte, werd aan alle zouaven nog een bronzen medaille uitgereikt. Deze medaille draagt aan de voorzijde de beeltenis van paus Leo XIII en aan de keerzijde de tekst ‘Bene Merenti’ (wel verdiend).

Eén ding was zeker: de zouaven waren zonder uitzondering trots op het feit dat zij gestreden hadden voor de paus en op alle bidprentjes is dan ook vermeld dat zij ‘zouaaf en dienaar van de Paus’ waren geweest.


Appendix


Bronnen


  • De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Ad van den Houdt overgenomen uit ‘Zouaven uit Waalwijk, Baardwijk en Besoijen,’ De Klopkei (26e jaargang, 3e kwartaal 2002).

Voetnoten


  1. In de naamlijst van zouaven zijn ook nog vermeld als afkomstig uit Besoijen Cornelis Roosloot en Jacobus Ruisendaal. Zij zijn echter geboren in respectievelijk Bergen en Bussum.

Externe links


Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen