Antonius Matheus Conradus Tielen

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Antoon Tielen
Tekening van Theo van Delft t.g.v. het 50-jarig bestaan van De Echo van het Zuiden, 1 januari 1928.
Tekening van Theo van Delft t.g.v. het 50-jarig bestaan van De Echo van het Zuiden, 1 januari 1928.
Persoonsgegevens
Naam Antonius Matheus Conradus Tielen
Geboren Geldrop, 02-09-1843
Overleden Waalwijk, 26-04-1899
Burgerlijke staat Gehuwd met Maria Alphonsa van Eupen
Overige gegevens
Beroep(en) Drukker en uitgever

Antonius Matheus Conradus (Antoon) Tielen (Geldrop, 2 september 1843 – Waalwijk, 26 april 1899) was een zoon van de latere Drunense huisarts Johannes Petrus Paulus Tielen (1819-1891) en de Utrechtse Maria Catharina Coolen (1821-1893). Hij was drukker, uitgever van De Echo van het Zuiden en zouaaf.

Na zijn diploma gymnasium aan het Stedelijk Gymnasium te 's-Hertogenbosch had de dokterszoon veel moeite zijn draai te vinden. In korte tijd was hij achtereenvolgens priesterstudent op het grootseminarie te Haaren, medicijnenstudent aan de universiteit te Leuven en klerk op de gemeentesecretarie te Drunen. Hij werkte ook nog op een notariskantoor in Drunen en voltooide in korte tijd een opleiding voor kandidaat-notaris (1868). Daarna gaf de jonge Antoon uit een mengeling van zucht naar avontuur en idealisme gehoor aan een oproep van paus Pius IX (1846-1878) om hem te helpen de kerkelijke staat te verdedigen tegen de legers van de avonturier Garibaldi (1807-1882). Deze wilde van Italië een eenheidsstaat maken met Rome als hoofdstad. [1]

Terug in Nederland besloot hij bij een oom in Veghel het drukkersvak te gaan leren. Mogelijk beïnvloedde het lang moeten wachten op een eigen notariskantoor deze keuze. Eerder kan worden gedacht dat de schrandere en ondernemende Antoon tot de conclusie was gekomen dat drukkerijen omstreeks 1870 een goede toekomst tegemoet gingen. In de grondwet van 1848 was de vrijheid van drukpers vastgelegd en in het kader daarvan werden geleidelijk aan ook allerlei knellende maatregelen afgeschaft, zoals stedelijke vergunningenstelsels voor kranten, belasting op advertenties en nog in 1869 het zegelrecht. Daarnaast werd het papier door het gebruik van houtvezels bij de fabricage goedkoper en konden nieuwe (stoom)drukpersen sneller grotere oplagen produceren. Daar kwam nog bovenop dat Nederland in die tijd langzaam begon te industrialiseren en dat de handel zich uitbreidde. De captains of industry wilden tegelijkertijd graag geïnformeerd worden over alles wat met de handel en industrie te maken had en hun producten in advertenties aanbieden.

Met dit in het achterhoofd vond Antoon Tielen op zijn achtentwintigste (1872) dat hij volleerd was en begon hij in Waalwijk in een gehuurde ruimte (Markt 2) voor zichzelf. Al snel bleek dat zijn analyse goed was geweest en in korte tijd bezat hij een goedlopende drukkerij annex boekhandel. Na nog enkele malen te zijn verhuisd werd deze in 1886 definitief gevestigd in een door hem aangekocht pand op Grotestraat 205. Intussen was hij, om aan de wensen van de handel- en industrie tegemoet te komen, ook begonnen met de zorgvuldige voorbereiding van de uitgave van een regiokrant. Onder de naam De Echo van het Zuiden. Nieuws- en advertentieblad voor Tilburg, Waalwijk, Kaatsheuvel en omstreken. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen verscheen daarvan het eerste nummer op 1 januari 1878. Niet toevallig is dat dit nagenoeg op hetzelfde moment gebeurde als de oprichting van een Waalwijkse Kamer van Koophandel (4 januari 1878). Sommigen twijfelden aanvankelijk aan het nut van deze krant die tweemaal per week — op woensdag en zaterdag— uitkwam en ook per post ontvangen kon worden. Men dacht dat er geen behoefte aan was. De vooruitstrevende Antoon Tielen stelde zijn critici al vrij snel in het ongelijk. Binnen korte tijd groeide het aantal abonnees. Ook kwamen er steeds meer adverteerders.

Gezegd moet worden dat hij zijn abonnees op allerlei manieren probeerde te werven. Zeker toen hij ontdekte dat de al sedert 1869 bestaande Tilburgse Courant een geduchte concurrent voor hem was. In Tilburg en omgeving abonneerde men zich namelijk daar liever op. Noodgedwongen gaf Tielen Tilburg daarom op en zocht hij hiervoor compensatie in het Land van Heusden en Altena. Tevens veranderde hij in 1888 de ondertitel van zijn blad in Waalwijksche en Langstraatse Courant. Nieuwe abonnees werden allerlei extraatjes in het vooruitzicht gesteld. Wie zich opgaf, kreeg bijvoorbeeld de nog in de rest van de maand verschijnende nummers gratis. Verder werd, zoals in 1897, als toegift een wandkalender gegeven. Daarenboven kon men een keuze maken uit een portret van de jonge koningin Wilhelmina en van koningin-regentes Emma, of een landkaart van Nederland (85x71 cm.) met daarop de ingetekende plannen voor de droogmaking van de Zuiderzee. Aanbrengers van abonnees kregen een roman cadeau met spannende titels als De zoon van de Galeiboef of De geheimzinnige moord.

Op den duur bleek het blad onmisbaar voor de informatievoorziening van stad en streek. Grotendeels kwam dit ook doordat de jonge uitgever feilloos aanvoelde wat voor de regio belangrijk was. Met name betrof dit het verbeteren van de infrastructuur. Vandaar dat er verschillende opiniërende artikelen verschenen over de aanleg van een spoorlijn van Lage Zwaluwe naar ’s-Hertogenbosch en over de noodzaak om de waterstaatkundige toestand in de regio grondig te veranderen. Daarnaast was er nog volop aandacht voor het aansluiten van Waalwijk op een tramwegnet en voor het creëren van betere ontsluitingsmogelijkheden voor Tilburg.

De ondernemers, de industriëlen en de agrariërs lazen De Echo van het Zuiden graag, omdat hierin vaste rubrieken werden opgenomen met informatie over wereldwijde handelsbewegingen en het prijsverloop van grondstoffen en (landbouw-)producten op de internationale markten. Daarnaast verstrekte het blad inlichtingen over wisselkoersen en effecten, evenals over internationale tentoonstellingen en beurzen. Voor velen was het blad verder nog onmisbaar omdat de aankomst- en vertrektijden van stoomboten, treinen en diligences erin werden afgedrukt en omdat men de openingstijden van de post- en telegraafkantoren erin kon vinden. Van idealisme getuigt dat Tielen, in een tijd dat er in de Langstraat nog amper scholen voor voortgezet onderwijs waren, een complete cursus boekhouden publiceerde. Daarmee gaf hij de lezers de kans zich in de maatschappij verder op te werken. Tegelijkertijd speelde hij bij een groeiende economie in op de vraag naar goed opgeleid administratief personeel. Ook in het culturele leven ging De Echo van het Zuiden, die in veel huishoudens lange tijd de enige krant was, op den duur een belangrijke rol spelen. Aan uitvoeringen van zangverenigingen, fanfares, harmonieën en toneelgezelschappen werd tevoren uitvoerig aandacht besteed. Achteraf verschenen er uitgebreide recensies over en van lezingen werden vaak de complete teksten afgedrukt. Wie er niet was geweest, kon er daardoor alsnog kennis van nemen. Buiten dat alles zorgde Antoon Tielen ervoor dat zijn lezers op de hoogte bleven van wat zich op politiek gebied afspeelde in het binnen- en buitenland en had hij daarnaast voor de gemiddelde lezers nog heel wat gemengd nieuws over diefstallen, roofovervallen, vonnissen van het Waalwijkse kantongerecht, ongelukken, moorden, rampen, liefdesaffaires e.d. Om het niet al te moeilijk te maken werden bij dit alles nog mopjes afgedrukt en feuilletons zorgden voor verdere ontspanning.

Aan het einde van de negentiende eeuw bestond er nog een zesdaagse werkweek. De zondag was toen dus echt de enige dag van rust en ontspanning. Ook daar speelde Antoon Tielen op in. Voor wie meer betaalde, gaf hij naast De Echo van het Zuiden bij het zaterdagnummer een extra Geïllustreerd Zondagsblad uit. Dit, zoals de titel al zegt, rijk geïllustreerd blad stond vol interessante verhalen en wetenswaardigheden en droeg op die wijze bij aan het vergroten van de culturele belangstelling bij het lezerspubliek. Hetzelfde probeerde hij ook op het politieke vlak. Daarom nam Tielen in De Echo van het Zuiden de soms letterlijke verslagen op van de gemeenteraadsvergaderingen van Waalwijk en omgeving en van de vergaderingen van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Daarnaast werden in redactionele bijdragen het nieuws en de actuele gebeurtenissen becommentarieerd. Zelf hield de progressieve redacteur-uitgever ervan om soms op satirisch wijze kritische stukjes te schrijven over de zwakkere plekjes van de bestuurders en zich daarbij als een onafhankelijk waarnemer op te stellen. De Waalwijkse burgemeesters F.A.D. van der Klokken (1862-1885) en Jhr. A.E.M.B. van Grotenhuis van Ontstein (1886-1898) konden daar niet goed tegen. De eerste deed Antoon Tielen daarom zelfs een proces aan wegens smaad. Dat verloor hij echter omdat de redacteur zich kon beroepen op het grondwettelijke recht van persvrijheid. Van Grotenhuis op zijn beurt reageerde door de verstrekking van gegevens van de Burgerlijke Stand aan de regiokrant te blokkeren. De invloed van Tielen in het Waalwijkse was echter groter dan de burgemeester vermoedde. Dit verklaart dat de gemeenteraad deze maatregel al snel ongedaan maakte.

Omstreeks 1895 werd Antoon Tielen ongeneeslijk ziek. Met steun van zijn vrouw, die als dochter van een goudsmid zelf ook zakelijk ingesteld was en in hetzelfde pand als haar man een handel had in gouden en zilveren sieraden, bonbondozen, horloges, kerkboeken en chinoiserieën, probeerde hij met grote wilskracht de continuïteit van zijn bedrijf te verzekeren. Ook ging hij, zolang het kon, door met zich voor de belangen van de gemeenschap in te zetten.

Nog maar 55 jaar oud overleed de aimabele Antoon Tielen op 26 april 1899. Daarmee verloor Waalwijk een markante persoonlijkheid, die met zijn brede visie een eminente bijdrage leverde aan de vooruitgang van Waalwijk. In het industrieterrein Haven VII besteedde men bij de straatnaamgeving aandacht aan ondernemers die opmerkelijk veel voor Waalwijk hebben gepresteerd. Terecht werd daarbij ook de naam Tielen opgenomen.

Appendix

Bronnen


  • De Echo van het Zuiden, 1878 e.v.
  • De Echo van het Zuiden jubileert (1928).
  • F.E.M.Vercauteren: ‘De Echo van het Zuiden. Een uitgave van Antoon en Jan Tielen,' De Klopkei (21e jaargang, 3e kwartaal 1997, 65-104).

De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Frans Vercauteren en uitgever Erfgoed Brabant overgenomen uit Brabantse Biografieën 8, Sprang-Capelle, Waalwijk, Waspik.
Zie voor meer Brabantse biografieën de website van Thuis in Brabant.

Noten


  1. Diverse bronnen maken melding van Antoons deelname aan de Slag van Mentana op 3 november 1867. Antoon Tielen vertrok echter pas op 9 juli 1868 vanuit Drunen naar Rome. Op 26 januari 1869 werd hij bevorderd tot korporaal en op 16 november 1869 tot sergeant. Hij bleef in Italië tot het beleg en de overgave van Rome op 20 september 1870. Zijn inschrijvingsnummers waren respectievelijk 3737 en 7761. In zijn krant maakte hij later met grote regelmaat melding van bijeenkomsten en andere activiteiten van de zouavenbroederschappen (Ad van den Houdt, ‘Zouaven uit Waalwijk, Baardwijk en Besoijen,’ De Klopkei (26e jaargang, 3e kwartaal 2002) en Bart Beaard, Pauselijke zouaven uit Heusden (Nieuwkuijk, 2012)).
Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen