Categorie:Raadhuizen

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Gegevens over vergaderplaatsen in Baardwijk, Besoijen en Waalwijk van het tijdperk vóór 1600 zijn zeer schaars. Vandaar dat de artikelen in deze categorie aanvangen in de zeventiende eeuw. Het bestuurlijk apparaat bestond toen ruwweg uit een vijftal onderdelen. Rechtspraak werd gedaan door schout en schepenen. Voor de dingbank beschikte men meestal over een kamer. Deze ruimte was vaak ook bestemd voor vergaderingen over dorpszaken door schout, schepenen en burgemeesters. De registratie van de handelingen van het dorpsbestuur geschiedde door de secretaris. De secretarie bevond zich bij hem thuis. Oude charters en registers borg men op in een kist die zich op een brandveilige plaats bevond. Ten behoeve van de handhaving der openbare orde bezat elke plaats een of meerdere gevangenhokken. De laatste drie zaken bevonden zich gewoonlijk op verschillende locaties. Voor geen van de onderdelen van de plaatselijke administratie was een apart gebouw noodzakelijk. Vergaderruimte, dingbank en secretarie waren vaak bij een van de leden van het bestuur ondergebracht. Een ambt was niet gescheiden van de persoon die het uitoefende. Het bestuur had dan ook een informeel karakter. Dientengevolge bestond er geen publiek, voor iedereen herkenbaar, bestuurscentrum. We vinden deze kenmerken volledig terug in Besoijen en Baardwijk gedurende de zeventiende en het grootste deel van de achttiende eeuw. Hetzelfde geldt voor Waalwijk, op de dingbank na. Deze bevond zich vanaf 1639 in een min of meer publiek gebouw.

In de loop van de achttiende eeuw kreeg het plaatselijk bestuur geleidelijk een onpersoonlijker, formeler karakter. Als gevolg hiervan hield men vergaderingen en rechtbank in een vast, herkenbaar gebouw. In Baardwijk is vanaf 1767 sprake van een ‘regthuys.’ In Waalwijk vonden in die periode ook de vergaderingen over dorpszaken in de gasthuiskapel plaats. Besoijen, waar vanaf 1780 een ‘rechtcamer’ gebruikt wordt, verkreeg in 1792 een vast raadhuis. In de negentiende eeuw wordt in alle drie de plaatsen een nieuw gemeentehuis gebouwd. Het herbergde alle onderdelen van de gemeenteadministratie. Deze gebouwen hadden een publiek karakter, maar zorgden door hun uitstraling voor afstand tot de gewone burger. Zij onderscheidden zich van particuliere huizen door hun statig uiterlijk: alle drie bezaten zij een torentje en een voorname ingangspartij. Het raadhuis werd een symbool van het gezag van de plaatselijke overheid en daarnaast van de identiteit van de gemeente die zij vertegenwoordigde.

De bouw van nieuwe raadhuizen in de negentiende eeuw was ook praktische noodzaak. Door toename van taken, van bevolkingsregistratie tot openbare gezondheid, werd het gemeenteapparaat omvangrijker en gecompliceerder. Ook bevolkingsgroei was een belangrijke factor. Door dit proces en de samenvoeging van Waalwijk, Baardwijk en Besoijen in 1922 bleek een groter stadhuis nodig. Ook dit gebouw was na vijftig jaar te klein. Men had niet voorzien dat na de Tweede Wereldoorlog de hierboven besproken ontwikkeling zich in het kwadraat voortzette. Het gevolg was een explosie van de omvang der gemeenteadministratie, die de in 1986 voltooide nieuwbouw van het Waalwijkse raadhuis noodzakelijk maakte. Telde Waalwijk in de jaren dertig slechts een tiental ambtenaren, na de bevolkingsgroei en taakverbreding in de jaren vijftig werden het er honderden. De nieuwe onderdelen van het stadhuis droegen het stempel van de veranderde verhouding bestuur - bevolking na de jaren zestig. Het raadhuis van Kropholler heeft nog een autoritair en gesloten karakter, terwijl de nieuwe vleugel openheid uitstraalde. De raadsvergaderingen waren vanaf het plein te volgen en voor de ingang bevond zich geen meters hoog bordes.

De samenvoeging in 1996 van Sprang-Capelle en Waspik met Waalwijk in 1996 maakte wederom de bouw van een nieuw gemeentehuis noodzakelijk.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen