Constantinus Stauthamer: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox persoon |kop =. |afbeelding = Cephas Stauthamer.jpg|thumb|rechts|200px|Cephas Stauthamer, 1935 (SALHA, gedeelte van fotonr. 50042, Foto ...') |
|||
Regel 19: | Regel 19: | ||
Als broeder Cephas van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria (de ‘[[Broeders van Maastricht]]’) kwam Stauthamer op 15 oktober 1919 vanuit Maastricht naar Waalwijk om onderwijzer te worden aan de [[St. Petrusschool]]. Vanuit Waalwijk behaalde hij nog zijn aktes L.O. Frans (1923) en Duits (1927). | Als broeder Cephas van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria (de ‘[[Broeders van Maastricht]]’) kwam Stauthamer op 15 oktober 1919 vanuit Maastricht naar Waalwijk om onderwijzer te worden aan de [[St. Petrusschool]]. Vanuit Waalwijk behaalde hij nog zijn aktes L.O. Frans (1923) en Duits (1927). | ||
− | In Waalwijk snelde zijn roem hem vooruit door de decors die hij vervaardigde voor diverse verenigingen en voorstellingen, alsmede zijn inzet voor de verfraaiing van de jaarlijkse kindheidsoptochten. In 1921 maakte hij bijvoorbeeld samen met zijn goede vriend [[Theo van Delft]] de decorstukken voor de opvoering van ‘Saul en David.’ Beide kunstenaars verzorgden ook regelmatig samen de grime bij toneelvoorstellingen. | + | In Waalwijk snelde zijn roem hem vooruit door de decors die hij vervaardigde voor diverse verenigingen en voorstellingen, alsmede zijn inzet voor de verfraaiing van de jaarlijkse kindheidsoptochten. In 1921 maakte hij bijvoorbeeld samen met zijn goede vriend [[Theo van Delft]] de decorstukken voor de opvoering van ‘Saul en David.’ Beide kunstenaars verzorgden ook regelmatig samen de grime bij toneelvoorstellingen.<br> |
+ | Ook voor de Broeders zette Cephas zijn creatieve talenten in. Zo was het decoratieve schilderwerk in de kloosterkapel van zijn hand en maakte hij een beeld voor de kloostertuin. | ||
Begin 1929 werd broeder Cephas in verband met ‘een zeer ernstige ziekte’ enkele maanden opgenomen in een ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch. Anderhalf jaar later was het hem om gezondheidsredenen nog steeds niet toegestaan om les te geven en toen hij eind januari 1931 werd overgeplaatst naar het broederklooster aan de Stadhouderskade in Amsterdam, besloot hij zijn studie tekenen en beeldhouwen aan de Academie aldaar voort te gaan zetten. | Begin 1929 werd broeder Cephas in verband met ‘een zeer ernstige ziekte’ enkele maanden opgenomen in een ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch. Anderhalf jaar later was het hem om gezondheidsredenen nog steeds niet toegestaan om les te geven en toen hij eind januari 1931 werd overgeplaatst naar het broederklooster aan de Stadhouderskade in Amsterdam, besloot hij zijn studie tekenen en beeldhouwen aan de Academie aldaar voort te gaan zetten. | ||
− | Als geschenk voor het nieuwe [[Raadhuis Waalwijk (Raadhuisplein)|raadhuis]] boden de broeders in 1932 aan het gemeentebestuur een mozaïek aan dat vervaardigd zou worden door broeder Cephas. Omdat hij nog steeds problemen had met zijn gezondheid en bovendien eerst nog een studiereis naar Italië wilde maken om aldaar de mozaïekkunst te bestuderen, duurde het tot eind 1935 voordat het [[Mozaïek Gestand aan | + | Als geschenk voor het nieuwe [[Raadhuis Waalwijk (Raadhuisplein)|raadhuis]] boden de broeders in 1932 aan het gemeentebestuur een mozaïek aan dat vervaardigd zou worden door broeder Cephas. Omdat hij nog steeds problemen had met zijn gezondheid en bovendien eerst nog een studiereis naar Italië wilde maken om aldaar de mozaïekkunst te bestuderen, duurde het tot eind 1935 voordat het [[Mozaïek Gestand aan Woord en Hand|mozaïek]] officiëel overhandigd kon worden. |
Korte tijd later nam broeder Cephas het besluit uit de congregatie te treden en trouwde hij met Maria E. Dekker. Hij begon naam te maken als beeldend kunstenaar en in 1954 volgde zijn benoeming tot leraar beeldhouwen aan de academie voor beeldende kunst ‘Kunstoefening’ in Arnhem. Hij was ook enige tijd voorzitter van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en in 1964 was hij een van de beeldende kunstenaars die een reisbeurs kreeg van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. | Korte tijd later nam broeder Cephas het besluit uit de congregatie te treden en trouwde hij met Maria E. Dekker. Hij begon naam te maken als beeldend kunstenaar en in 1954 volgde zijn benoeming tot leraar beeldhouwen aan de academie voor beeldende kunst ‘Kunstoefening’ in Arnhem. Hij was ook enige tijd voorzitter van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en in 1964 was hij een van de beeldende kunstenaars die een reisbeurs kreeg van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. |
Versie van 8 feb 2015 om 20:33
Constantinus (Cephas) Stauthamer (Den Haag, 9 december 1899 – Amsterdam, 5 april 1893) was een zoon van Antonius Stauthamer en Anna Maria Crombeen. Hij was aanvankelijk broeder-onderwijzer en werd later beeldend kunstenaar.
Als broeder Cephas van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria (de ‘Broeders van Maastricht’) kwam Stauthamer op 15 oktober 1919 vanuit Maastricht naar Waalwijk om onderwijzer te worden aan de St. Petrusschool. Vanuit Waalwijk behaalde hij nog zijn aktes L.O. Frans (1923) en Duits (1927).
In Waalwijk snelde zijn roem hem vooruit door de decors die hij vervaardigde voor diverse verenigingen en voorstellingen, alsmede zijn inzet voor de verfraaiing van de jaarlijkse kindheidsoptochten. In 1921 maakte hij bijvoorbeeld samen met zijn goede vriend Theo van Delft de decorstukken voor de opvoering van ‘Saul en David.’ Beide kunstenaars verzorgden ook regelmatig samen de grime bij toneelvoorstellingen.
Ook voor de Broeders zette Cephas zijn creatieve talenten in. Zo was het decoratieve schilderwerk in de kloosterkapel van zijn hand en maakte hij een beeld voor de kloostertuin.
Begin 1929 werd broeder Cephas in verband met ‘een zeer ernstige ziekte’ enkele maanden opgenomen in een ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch. Anderhalf jaar later was het hem om gezondheidsredenen nog steeds niet toegestaan om les te geven en toen hij eind januari 1931 werd overgeplaatst naar het broederklooster aan de Stadhouderskade in Amsterdam, besloot hij zijn studie tekenen en beeldhouwen aan de Academie aldaar voort te gaan zetten.
Als geschenk voor het nieuwe raadhuis boden de broeders in 1932 aan het gemeentebestuur een mozaïek aan dat vervaardigd zou worden door broeder Cephas. Omdat hij nog steeds problemen had met zijn gezondheid en bovendien eerst nog een studiereis naar Italië wilde maken om aldaar de mozaïekkunst te bestuderen, duurde het tot eind 1935 voordat het mozaïek officiëel overhandigd kon worden.
Korte tijd later nam broeder Cephas het besluit uit de congregatie te treden en trouwde hij met Maria E. Dekker. Hij begon naam te maken als beeldend kunstenaar en in 1954 volgde zijn benoeming tot leraar beeldhouwen aan de academie voor beeldende kunst ‘Kunstoefening’ in Arnhem. Hij was ook enige tijd voorzitter van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en in 1964 was hij een van de beeldende kunstenaars die een reisbeurs kreeg van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Op het persoonlijke vlak volgde in het veelbewogen leven van Stauthamer in 1972 nog een echtscheiding, waarna hij in het huwelijk trad met Josje Smit, die evenals haar echtgenoot beeldend kunstenaar was.
Cephas Stauthamer overleed in Amsterdam op 5 april 1983.
AppendixBronnen
Zie ook
Externe link |