Wed. W.A. Dumoulin

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
  • Opgericht te Besoijen in 1828.
  • Officiele naam sinds 1840: Wed. W.A. Dumoulin.
  • Machinaal sinds 1882.
  • Na faillissement overgenomen door schoenenfabrikant Maurits van den Bergh uit ’s-Hertogenbosch in 1885.
  • Fabriek te Besoijen gesloten op 30 september 1887.
  • Belangrijkste onderscheidingen: Amsterdam 1883.
Advertentie uit het Algemeen Handelsblad van 17 januari 1854.


Inhoud

Wed. W.A. Dumoulin

In 1828 vestigde schoenmaker Waltherus Arnoldus Dumoulin (1802-1840) zich met zijn echtgenote Anna Theresia Hallet (1801-1880) vanuit Mol in Besoijen. Het jaar daarop had hij al vier knechten in dienst en in 1830 verhuisde hij naar Waalwijk. Hoe het de schoenmakerij daar verging, is helaas niet bekend. Tien jaar later overleed Dumoulin en keerde zijn weduwe met haar gezin terug naar Besoijen, waar zij de zaak voortzette onder de naam Wed.W.A. Dumoulin. Eind 1854 haalde zij de landelijke pers omdat voor de grote nijverheidstentoonstelling in Parijs (1855) in haar fabriek een ‘wonderschoen’ was gefabriceerd. De schoen was 60 duimen lang, 23 hoog en 20 breed en ‘rondom toe zonder naad en uit een stuk gelooid inlands leder’ vervaardigd. Mevrouw Dumoulin-Hallet was een bezige bij want zij beheerde niet alleen de schoenfabriek, maar stond in het patentregister van Besoijen tussen 1840 en haar overlijden in 1880 ook ingeschreven als koopvrouw, tapster, slijtster, winkelierster en broodslijtster.

Exporthuis

Hoewel Anna Dumoulin in 1857 haar oudste zoon Louis benoemde tot zaakwaarnemer, hield zij achter de schermen toch zelf de touwtjes stevig in handen. Een jaar voor haar overlijden in 1880 werden er bijvoorbeeld op haar naam nog voor maar liefst duizend gulden schoenen geleverd aan de marine. Louis overleed in 1867 en toen kwam langzaam maar zeker jongste zoon Victor Antonie (1840-1901) in beeld. Vanaf 1873 noemde hij zich schoenfabrikant en gaf bij het gemeentestuur aan dat er tien knechten voor hem werkten. Dat aantal liep binnen vijf jaar op tot ruim 40 medewerkers. In 1882 was er sprake van een machinale schoenmakerij en werkten er 50 mensen; de looierij die Victor voor eigen gebruik had opgericht, bood ook nog eens werk aan twee tot vijf personen. In 1883 deed Dumoulin met succes mee aan de grote internationale tentoonstelling in Amsterdam; zijn inzending werd bekroond met een gouden medaille en bij die gelegenheid werd het bedrijf in De Echo van het Zuiden het grootste exporthuis van deze streek en ‘wellicht van het hele land’ genoemd.

Brand

In de nacht van 5 op 6 april 1885 brandde de fabriek, die nog steeds de naam Wed W.A. Dumoulin voerde, tot de grond toe af. De brandweer wist het woonhuis te behouden en de verzekering dekte de schade, maar de 70 werknemers waren in een klap van hun broodwinning beroofd. Binnen een week echter was een groot gedeelte al weer aan de slag. Nagenoeg alle schoenfabrikanten namen een of meer van Dumoulins werklieden in dienst en het gros vond werk in de fabriek van Van der Heijden totdat de firma Dumoulin opnieuw zou kunnen beginnen. De fabriek werd snel herbouwd en Victor begon inderdaad opnieuw, maar dan wel als ‘opzichter ener fabriek’ in dienst van schoenenfabrikant Maurits van den Bergh uit ’s-Hertogenbosch, voor wie hij al enige tijd het leestklaar schoenwerk machinaal bleek te zolen en die tijdens de wederopbouw het bedrijf van Dumoulin had overgenomen. De zaken gingen goed: in 1886 werkten er al weer 136 mannelijke en 48 vrouwelijke arbeiders die samen 1800 paar schoenen per week produceerden. Daarmee kon men echter nog niet aan de vraag voldoen. De fabriek werd te klein en daarom kocht Van den Bergh in april 1887 een stuk grond aan de Stationsstraat om daar een nieuwe fabriek te bouwen. De aannemer startte in juni maar in augustus verscheen er een bericht in de krant dat de bouw plotseling was stilgelegd. Het verhaal gaat dat toen Van den Bergh op een goede dag een kijkje kwam nemen bij de bouwwerkzaamheden, hij door woedende arbeiders -boos omdat de fabriek van Besoijen naar Waalwijk zou worden verplaatst- werd gemolesteerd en ‘nauwelijks aan steniging’ kon ontkomen. Hij besloot toen om de fabriek per 1 oktober 1887 naar ’s-Hertogenbosch te verplaatsen. Victor Dumoulin en nog 30 medewerkers verhuisden met hun gezinnen mee. Eind oktober 1887 vestigde Groenen zich in de voormalige fabriek van Dumoulin in Besoijen. Op de fundering van de beoogde fabriek van Van den Bergh in de Stationsstraat werd enkele jaren later de schoenfabriek van Van Schijndel gebouwd.

Appendix

Bronnen


De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Ineke van den Houdt-Swinkels overgenomen uit De Klopkei, 35e jaargang, 1e kwartaal 2011.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen