Ernst Obermeijer

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Ernst Obermeijer
72337 Ernst Obermeijer.jpg
Persoonsgegevens
Volledige naam Ernst Obermeijer
Geboren Műnster/Duitsland, 30-06-1920
Overleden Fűrstengrube (Auschwitz), 02-01-1943
Burgerlijke staat Ongehuwd
Overige gegevens
Beroep(en) Student en bloemist
Bijzonderheden overlijden Concentratiekamp
Laatste adres Waalwijk, Grotestraat 230


Ernst Obermeijer (Műnster,Duitsland, 30 juni 1920 – Fűrstengrube/Auschwitz, 2 januari 1943) was student aan de Vakschool voor de Leder- en Schoenindustrie en verdiende de kost als bloemist. Hij woonde op kamers in de Grotestraat.

Ernst ontvluchtte in 1938 het Nazi-regime in zijn geboorteland en schreef zich op 1 september van dat jaar in als inwoner van Waalwijk. Hij studeerde aan de Vakschool voor de Leder- en Schoenindustrie en werkte daarnaast als bloemist.

In augustus 1942 ontving een aantal Joodse inwoners van Waalwijk een oproep zich te melden voor Arbeidseinsatz in Duitsland. Al de volgende dag moesten zij vertrekken. Onderduiken was voor hen niet mogelijk, ze hadden er de financiele middelen niet voor of durfden niemand om hulp te vragen.

Gepakt en gezakt stonden Maurits Bremer en zijn zus Alida, Zygfryd Nasch, Eugen Pinto, Hermann Seinfeld en Ernst Obermeijer op 28 augustus 1942 als een treurig groepje op het station van Waalwijk te wachten op de trein naar ’s-Hertogenbosch. Een dag tevoren waren ze hier en daar al handen gaan schudden. Soms moest dat door het raam, want joden mochten de drempel van niet-joodse huizen niet overschrijden. Op het perron namen ze nog afscheid van enkele kennissen. Voor vijf van de zes (Maurits Bremer overleefde de verschrikkingen) zou het een afscheid voor altijd zijn. Onder begeleiding van Waalwijkse politie-agenten, die erop moesten letten dat ze onderweg niet uit de trein zouden stappen, werden ze naar ’s-Hertogenbosch gebracht. Vandaar ging het per trein naar Westerbork, het grote doorgangskamp in Drente.

In Westerbork heeft het groepje maar even gezeten. Al op 31 augustus moest het zestal mee met de wekelijkse dinsdagavond-trein; het vijftiende van de in totaal 93 transporten naar Auschwitz en Sobibor. In Polen moesten de mannen tussen 15 en 50 jaar op een tussenstation uitstappen. Bejaarden, kinderen en vrouwen (onder wie Alida Bremer), gingen door naar Auschwitz.

De vijf mannen verbleven nog ongeveer tien dagen bij elkaar in een kamp in Niederkirch, Opper-Siliezië. Daarna verloren zij elkaar uit het oog.

Ernst kwam samen met Eugen Pinto uiteindelijk terecht in Fürstengrube, een van de zogenaamde Aussenkommandos van Auschwitz, in de buurt van de Poolse plaats Wesola. Het werk in de steenkolenmijn aldaar was onmenselijk zwaar en Ernst bezweek dan ook, vermoedelijk op 2 januari 1943.

Ernst Obermeijer werd 22 jaar.

Appendix

Bronnen


Externe links

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen