Joannes Floris: verschil tussen versies
(3 tussenliggende versies door 2 gebruikers worden niet weergegeven) | |||
Regel 3: | Regel 3: | ||
| afbeelding = | | afbeelding = | ||
| onderschrift = | | onderschrift = | ||
− | | | + | | voornamen = Joannes |
− | | geboortedatum = 14 | + | | roepnaam = |
+ | | tussenvoegsels = | ||
+ | | achternaam = Floris | ||
+ | | geboortedatum = 14-10-1766 | ||
| geboorteplaats = Woerden | | geboorteplaats = Woerden | ||
− | | overlijdensdatum = 30 | + | | overlijdensdatum = 30-05-1831 |
| overlijdensplaats = Nieuwkuijk | | overlijdensplaats = Nieuwkuijk | ||
− | | beroepen = | + | | beroepen = Schout/burgemeester |
}} | }} | ||
− | '''Joannes Floris''' (Woerden, 14 oktober 1766 - Nieuwkuijk, 30 mei 1831) was | + | '''Joannes Floris''' (Woerden, 14 oktober 1766 - Nieuwkuijk, 30 mei 1831) was schout/burgemeester van Baardwijk van 1 januari 1821 tot juni 1830. |
Floris werd op 17 maart 1798 door de districtsschout Halfwassenaar van Onsenoort tot lid van de municipaliteit van Baardwijk aangewezen. Na enige jaren daarin niet te zijn teruggekeerd, maakte hij vanaf 1814 weer deel uit van de gemeenteraad en werd met ingang van 1 januari 1821 schout (na 1825 burgemeester genoemd). Floris zette zich in om Baardwijks dorpskas te bevrijden van de jaarlijkse financiële lasten die het gevolg waren van de Franse, Russische, Pruisische en Nederlandse troepenlegeringen in de jaren 1813-1815. Het dorp had van deze 'rampen des oorlogs' volop zijn deel gehad. Verder hield Floris zich onledig met de gebruikelijke routinetaken, zoals de brandschouw over ovens en lantaarns en de vaststelling van de belasting op het gemaal. | Floris werd op 17 maart 1798 door de districtsschout Halfwassenaar van Onsenoort tot lid van de municipaliteit van Baardwijk aangewezen. Na enige jaren daarin niet te zijn teruggekeerd, maakte hij vanaf 1814 weer deel uit van de gemeenteraad en werd met ingang van 1 januari 1821 schout (na 1825 burgemeester genoemd). Floris zette zich in om Baardwijks dorpskas te bevrijden van de jaarlijkse financiële lasten die het gevolg waren van de Franse, Russische, Pruisische en Nederlandse troepenlegeringen in de jaren 1813-1815. Het dorp had van deze 'rampen des oorlogs' volop zijn deel gehad. Verder hield Floris zich onledig met de gebruikelijke routinetaken, zoals de brandschouw over ovens en lantaarns en de vaststelling van de belasting op het gemaal. | ||
==Bron== | ==Bron== | ||
− | De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van | + | De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Jan Rosendaal overgenomen uit: 'Honderdtachtig jaar burgemeesters in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen', ''De Klopkei'' (14e jaargang, 3e kwartaal 1990) blz. 9. |
{{StartOpvolging}} | {{StartOpvolging}} | ||
Regel 26: | Regel 29: | ||
{{EindOpvolging}} | {{EindOpvolging}} | ||
− | + | [[Categorie: Bestuur en politiek]] | |
+ | [[Categorie:Mensen]] | ||
+ | [[Categorie:Burgemeesters]] | ||
+ | [[Categorie:Burgemeesters van Baardwijk]] | ||
− | + | {{DEFAULTSORT:Floris,Joannes}} | |
− | + | ||
− | + |
Huidige versie van 13 aug 2013 om 08:52
Joannes Floris | ||
Afbeelding gewenst | ||
Persoonsgegevens | ||
Naam | Joannes Floris | |
Geboren | Woerden, 14-10-1766 | |
Overleden | Nieuwkuijk, 30-05-1831 | |
Overige gegevens | ||
Beroep(en) | Schout/burgemeester |
Joannes Floris (Woerden, 14 oktober 1766 - Nieuwkuijk, 30 mei 1831) was schout/burgemeester van Baardwijk van 1 januari 1821 tot juni 1830.
Floris werd op 17 maart 1798 door de districtsschout Halfwassenaar van Onsenoort tot lid van de municipaliteit van Baardwijk aangewezen. Na enige jaren daarin niet te zijn teruggekeerd, maakte hij vanaf 1814 weer deel uit van de gemeenteraad en werd met ingang van 1 januari 1821 schout (na 1825 burgemeester genoemd). Floris zette zich in om Baardwijks dorpskas te bevrijden van de jaarlijkse financiële lasten die het gevolg waren van de Franse, Russische, Pruisische en Nederlandse troepenlegeringen in de jaren 1813-1815. Het dorp had van deze 'rampen des oorlogs' volop zijn deel gehad. Verder hield Floris zich onledig met de gebruikelijke routinetaken, zoals de brandschouw over ovens en lantaarns en de vaststelling van de belasting op het gemaal.
[bewerken] Bron
De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Jan Rosendaal overgenomen uit: 'Honderdtachtig jaar burgemeesters in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen', De Klopkei (14e jaargang, 3e kwartaal 1990) blz. 9.
Voorganger: Gosuinus van Heijst |
Burgemeester van Baardwijk 1821 - 1830 |
Opvolger: Johannes Loeff |