Hooien: verschil tussen versies

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 27: Regel 27:
 
Van Oerlemans in Capelle zijn details bekend uit de jaren 1894-1895 en 1899.  
 
Van Oerlemans in Capelle zijn details bekend uit de jaren 1894-1895 en 1899.  
 
Het bedrijf betrok zijn hooi uiteraard uit de hooipolders, maar grote partijen kwamen ook uit Zeeland (Zierikzee), Overijssel (Giethoorn) en de Biesbosch (Dussen).
 
Het bedrijf betrok zijn hooi uiteraard uit de hooipolders, maar grote partijen kwamen ook uit Zeeland (Zierikzee), Overijssel (Giethoorn) en de Biesbosch (Dussen).
De binnenlandse afzetmarkten bevonden zich vooral in het westen (Rotterdam, Den Haag, Woerden, terwijl via jaarcontracten ook veel geleverd werd aan garnizoenen in steden als Leiden, Zutphen, Bergen op Zoom, Breda en Tilburg. Ook werd veel verkocht aan politie, transportbedrijven (Van Gend en Loos!), openbaar vervoer (paardentrams) en maneges.
 
  
De export ging in genoemde jaren vooral naar Engeland en Schotland via havens als Londen, Hull en Glasgow. Het ging soms om enorme partijen. Voorbeeld: in 1894 ging een zending t.w.v. fl.2640,- van 1000 balen van 100 kg. naar Glasgow. 100.000 Kg., dat is de opbrengst van minstens 25 ha hooiland!
+
De binnenlandse afzetmarkten bevonden zich vooral in het westen (Rotterdam, Den Haag, Woerden), terwijl via jaarcontracten ook veel geleverd werd aan garnizoenen in steden als Leiden, Zutphen, Bergen op Zoom, Breda en Tilburg. Ook werd veel verkocht aan politie, transportbedrijven (Van Gend en Loos!), openbaar vervoer (paardentrams) en maneges.
 +
 
 +
De export ging in genoemde jaren vooral naar Engeland en Schotland via de havens van Londen, Hull en Glasgow. Het ging soms om enorme partijen. Voorbeeld: in 1894 ging een zending t.w.v. fl.2640,-, zijnde 1000 balen van 100 kg. naar Glasgow. 100.000 Kg...dat is de opbrengst van minstens 25 ha hooiland!
 
Andere buitenlandse afnemers waren Duitsland, België en Frankrijk.
 
Andere buitenlandse afnemers waren Duitsland, België en Frankrijk.

Versie van 21 aug 2014 om 16:59

Hooien in de Beneden-Langstraatse buitenpolders 1800-1940

Mede door de regelmatige overstromingen (Maaswater vanuit het westen bij hoge vloed en/of storm en vanuit het oosten via de Baardwijkse overlaat) kon in de buitenpolders van de westelijke Langstraat geen akkerbouw uitgeoefend worden, maar was de grond wel zeer vruchtbaar en leverde een prima kwaliteit hooigras. De hooiwinning is hier dan ook lange tijd een bron van inkomsten geweest.

Twee afzetmarkten waren belangrijk:

  1. De boeren op de Brabantse zandgronden hadden mest nodig voor hun schrale akkers. Tot rond 1900 was dat stalmest, geleverd door het vee. De kleine gemengde zandbedrijven produceerden zelf te weinig hooi en zochten de aanvulling van hun voorraad wintervoer o.a. in de Langstraatse buitenpolders. Tot een afstand van zo'n 5 uur gaans (zwaarbeladen hooiwagens getrokken door paarden) kwam het hooi bij de "heiboeren" terecht. Verder weg bleef door een tekort aan winterhooi de veestapel kleiner en de productiviteit lager.
  2. Vooral vanuit de gemeenten Capelle en Waspik werd ook hooi geleverd aan grote afnemers in met name West-Nederland en het buitenland. Hier ging het meer om paardenvoer. De hooiperserijen aan de Capelse en Waspikse havens vervulden een sleutelrol in deze handel.

Nog op een andere manier waren zuidelijker gelegen zandgemeenten gekoppeld aan de Langstraatse hooipolders: tijdens de hooitijd in juni kwamen hier veel maaiers uit de Kempen en de Meierij naar toe.


A. Hooi voor de heiboeren

Hoe kwamen de heiboeren aan hun winterhooi?

  • Ze hadden hooipercelen in de buitenpolders in eigendom. Zo waren er in 1832 van de 326 hooipercelen in de Waalwijkse buitenpolder maar liefst 42 en 44 in bezit van boeren uit respectievelijk de gemeenten Udenhout en Loon op Zand (incl. Kaatsheuvel), ruim een kwart dus. Ook in Sprang woonden veel eigenaren van hooiland: in de Besoijense buitenpolder waren in 1832 36 van de 255 percelen in handen van boeren uit die gemeente.
  • Ze pachtten onderhands of via openbare hooilandverpachtingen hooipercelen van rijke niet-agrariërs en van instellingen als kerken, diaconieën en gemeenten die op deze manier hun bezittingen te gelde maakten. Pachters kwamen tot uit Tilburg e.o.
  • Ze kochten na de oogst in juni rechtstreeks vanaf het perceel of later in het jaar bij boeren, tussenhandelaren en hooiperserijen.

Vanuit Baardwijk, Waalwijk en Besoijen werd het meeste hooi met paard en kar naar het zuiden gebracht: Besoijense Steeg, Kloostersteeg, Putsteeg en Baardwijkse Steeg waren de hoofdwegen. Via bruggen over de Loonsche Vaart voerden wegen dan naar plaatsen als Loon op Zand, Udenhout, Berkel-Enschot en Tilburg. Het Oude Maasje had meer een functie in de afvoer van hooi als handelsgewas.


B. De grootschalige hooihandel

De Beneden-Langstraat, zeker het westelijke deel ervan, leverde veel hooi aan andere delen van ons land en het buitenland. Aan de havens van Capelle en Waspik waren de perserijen gevestigd die via het Oude Maasje verbonden waren met de waterwegen naar Rotterdam, Antwerpen en andere uitvoerhavens. De twee bekendste hooihandelaren, ook wel 'hooibaronnen'genoemd , waren Oerlemans en Vermeulen.

Van Oerlemans in Capelle zijn details bekend uit de jaren 1894-1895 en 1899. Het bedrijf betrok zijn hooi uiteraard uit de hooipolders, maar grote partijen kwamen ook uit Zeeland (Zierikzee), Overijssel (Giethoorn) en de Biesbosch (Dussen).

De binnenlandse afzetmarkten bevonden zich vooral in het westen (Rotterdam, Den Haag, Woerden), terwijl via jaarcontracten ook veel geleverd werd aan garnizoenen in steden als Leiden, Zutphen, Bergen op Zoom, Breda en Tilburg. Ook werd veel verkocht aan politie, transportbedrijven (Van Gend en Loos!), openbaar vervoer (paardentrams) en maneges.

De export ging in genoemde jaren vooral naar Engeland en Schotland via de havens van Londen, Hull en Glasgow. Het ging soms om enorme partijen. Voorbeeld: in 1894 ging een zending t.w.v. fl.2640,-, zijnde 1000 balen van 100 kg. naar Glasgow. 100.000 Kg...dat is de opbrengst van minstens 25 ha hooiland! Andere buitenlandse afnemers waren Duitsland, België en Frankrijk.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen