Hooien: verschil tussen versies

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 8: Regel 8:
 
# Vooral vanuit de gemeenten Capelle en Waspik werd ook hooi geleverd aan grote afnemers in met name West-Nederland en het buitenland. Hier ging het meer om paardenvoer. de hooiperserijen aan de cApelse en Waspikse havens vervulden een sleutelrol in deze handel.
 
# Vooral vanuit de gemeenten Capelle en Waspik werd ook hooi geleverd aan grote afnemers in met name West-Nederland en het buitenland. Hier ging het meer om paardenvoer. de hooiperserijen aan de cApelse en Waspikse havens vervulden een sleutelrol in deze handel.
  
Nog op
+
Nog op een andere manier waren zuidelijker gelegen zandgemeenten gekoppeld aan de Langstraatse hooipolders: tijdens de hooitijd in juni kwamen uit de Kempen en de Meierij veel maaiers hier werken.
 +
 
 +
:'''A. Hooi voor de heiboeren'''

Versie van 21 aug 2014 om 15:06

Hooien in de Beneden-Langstraatse buitenpolders 1800-1940

Mede door de regelmatige overstromingen (Maaswater vanuit het westen bij hoge vloed en/of storm en vanuit het oosten via de Baardwijkse overlaat) kon in de buitenpolders van de westelijke Langstraat geen akkerbouw uitgeoefend worden, maar was de grond wel zeer vruchtbaar en leverde een prima kwaliteit hooigras. De hooiwinning is hier dan ook lange tijd een bron van inkomsten geweest.

Twee afzetmarkten waren belangrijk:

  1. De boeren op de Brabantse zandgronden hadden mest nodig voor hun schrale akkers. Tot rond 1900 was dat stalmest, geleverd door het vee. De kleine gemengde zandbedrijven produceerden zelf te weinig hooi en zochten de aanvulling van hun voorraad wintervoer o.a. in de Langstraatse buitenpolders. Tot een afstand van zo'n 5 uur gaans zwaarbeladen hooiwagens getrokken door paarden) kwam het hooi bij de "heiboeren" terecht. Verder weg bleef door een tekort aan winterhooi de veestapel kleiner en de productiviteit lager.
  2. Vooral vanuit de gemeenten Capelle en Waspik werd ook hooi geleverd aan grote afnemers in met name West-Nederland en het buitenland. Hier ging het meer om paardenvoer. de hooiperserijen aan de cApelse en Waspikse havens vervulden een sleutelrol in deze handel.

Nog op een andere manier waren zuidelijker gelegen zandgemeenten gekoppeld aan de Langstraatse hooipolders: tijdens de hooitijd in juni kwamen uit de Kempen en de Meierij veel maaiers hier werken.

A. Hooi voor de heiboeren
Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen