Gosuinus van Heijst: verschil tussen versies
(Link hersteld en opmaak toegevoegd) |
k |
||
| Regel 3: | Regel 3: | ||
De benoeming van Gosuinus van Heijst als maire van Baardwijk was nauwelijks een verrassing. De man was immers al vanaf 1796 schout van het dorp. Zijn positie was te vergelijken met die van zijn collega en politieke geestverwant [[Jan F. Pannebakker|Jan Pannebakker]] in Waalwijk. Van Heijsts betekenis ligt echter vooral buiten Baardwijk. In Waalwijk was hij in 1812 tot vrederechter benoemd en in 1814 tot secretaris. In deze gemeente woonde hij ook en oefende het beroep van wijnhandelaar uit. Zijn aftreden als burgemeester van Baardwijk in 1820 duidt er mogelijk op dat de opeenstapeling van functies hem teveel werd. | De benoeming van Gosuinus van Heijst als maire van Baardwijk was nauwelijks een verrassing. De man was immers al vanaf 1796 schout van het dorp. Zijn positie was te vergelijken met die van zijn collega en politieke geestverwant [[Jan F. Pannebakker|Jan Pannebakker]] in Waalwijk. Van Heijsts betekenis ligt echter vooral buiten Baardwijk. In Waalwijk was hij in 1812 tot vrederechter benoemd en in 1814 tot secretaris. In deze gemeente woonde hij ook en oefende het beroep van wijnhandelaar uit. Zijn aftreden als burgemeester van Baardwijk in 1820 duidt er mogelijk op dat de opeenstapeling van functies hem teveel werd. | ||
| − | == | + | ==Bron== |
De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van de auteur Jeroen van Oss overgenomen uit: 'Honderdtachtig jaar burgemeesters in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen', ''De Klopkei'' (14e jaargang, 3e kwartaal 1990) blz. 9. | De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van de auteur Jeroen van Oss overgenomen uit: 'Honderdtachtig jaar burgemeesters in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen', ''De Klopkei'' (14e jaargang, 3e kwartaal 1990) blz. 9. | ||
Versie van 31 jan 2013 om 00:14
Gosuinus van Heijst (Waalwijk, 26 december 1767 - Waalwijk, 12 augustus 1843) was maire van Baardwijk van juli 1810 tot 31 december 1820.
De benoeming van Gosuinus van Heijst als maire van Baardwijk was nauwelijks een verrassing. De man was immers al vanaf 1796 schout van het dorp. Zijn positie was te vergelijken met die van zijn collega en politieke geestverwant Jan Pannebakker in Waalwijk. Van Heijsts betekenis ligt echter vooral buiten Baardwijk. In Waalwijk was hij in 1812 tot vrederechter benoemd en in 1814 tot secretaris. In deze gemeente woonde hij ook en oefende het beroep van wijnhandelaar uit. Zijn aftreden als burgemeester van Baardwijk in 1820 duidt er mogelijk op dat de opeenstapeling van functies hem teveel werd.
Bron
De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van de auteur Jeroen van Oss overgenomen uit: 'Honderdtachtig jaar burgemeesters in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen', De Klopkei (14e jaargang, 3e kwartaal 1990) blz. 9.
