Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken: verschil tussen versies

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Christianvanderven heeft pagina Fredericus A.D. van der Klokken naar Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken hernoemd)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Infobox persoon
 
{{Infobox persoon
| kop                     = Fredericus A.D. van der Klokken
+
| kop               = Fredericus A.D. van der Klokken
| afbeelding           = 43571 klokken.jpg
+
| afbeelding       = 43571 klokken.jpg
| onderschrift         = Collectie Gemeentearchief Waalwijk
+
| onderschrift     = Collectie [[GAW]]
| volledige naam    = Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken
+
| voornamen        = Fredericus Arnoldus Dominicus
| geboortedatum    = 8 september 1807
+
| roepnaam          =
| geboorteplaats     = Grave
+
| tussenvoegsels    = van der
| overlijdensdatum  = 11 april 1896
+
| achternaam        = Klokken
| overlijdensplaats = Grave
+
| geboortedatum    = 08-09-1807
| beroepen             = burgemeester
+
| geboorteplaats   = Grave
 +
| overlijdensdatum  = 11-04-1896
 +
| overlijdensplaats = Grave
 +
| beroepen         = Apotheker, burgemeester
 
}}
 
}}
  
 +
'''Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken''' (Grave, 8 september 1807 – Grave, 11 april 1896) was burgemeester van Waalwijk van 1 januari 1862 (K.B. 14 december 1861, nr. 83) tot 15 december 1885.
  
'''Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken''' (Grave, 8 september 1807 – Grave, 11 april 1896)  was burgemeester van Waalwijk van 1 januari 1862 (K.B. 14 december 1861, nr. 83) tot 15 december 1885.
+
Van der Klokken was zijn loopbaan begonnen als knecht van de eveneens in Grave geboren apotheker Boeracker. Na het overlijden van zijn patroon in 1831 nam hij diens apotheek over en werd zelfstandig. Dat het die eerste periode niet voor de wind ging, mag blijken uit een aanbevelingsbrief die [[Hermanus van Meerwijk|burgemeester Van Meerwijk]] in 1834 voor hem schreef: ‘hij moet alle bezuinigingen in het werk stellen om als een fatsoenlijk man door de wereld te komen.’
 +
 
 +
Twee jaar later zullen zijn financiële beslommeringen grotendeels opgelost zijn geweest: hij trouwde de dochter van de rijke graankoopman [[Theodorus Klock]].
 +
 
 +
In 1851 volgde hij zijn schoonvader als raadslid op en werd meteen tot wethouder verkozen. Zijn riante vermogenspositie gaf Van der Klokken genoeg vrije tijd om zich in de gemeentepolitiek te storten. Omdat hij bovendien als apotheker voor gestudeerd man doorging, was hij in 1861 een goede kandidaat voor het burgemeesterschap. Na zijn benoeming trachtte hij de krachtige, paternalistische stijl van zijn voorganger [[Leonardus Dominicus van Heijst|Van Heijst]] voort te zetten.
  
Van der Klokken was zijn loopbaan begonnen als knecht van de eveneens in Grave geboren apotheker Boeracker. Na het overlijden van zijn patroon in 1831 nam hij diens apotheek over en werd zelfstandig. Dat het die eerste periode niet voor de wind ging, mag blijken uit een aanbevelingsbrief die burgemeester Van Meerwijk in 1834 voor hem schreef: ‘hij moet alle bezuinigingen in het werk stellen om als een fatsoenlijk man door de wereld te komen.’
 
Twee jaar later zullen zijn financiële beslommeringen grotendeels opgelost zijn geweest: hij trouwde de dochter van de rijke graankoopman Theodorus Klock.
 
In 1851 volgde hij zijn schoonvader als raadslid op en werd meteen tot wethouder verkozen. Zijn riante vermogenspositie gaf Van der Klokken genoeg vrije tijd om zich in de gemeentepolitiek te storten. Omdat hij bovendien als apotheker voor gestudeerd man doorging, was hij in 1861 een goede kandidaat voor het burgemeesterschap.  Na zijn benoeming trachtte hij de krachtige, paternalistische stijl van zijn voorganger Van Heijst voort te zetten.
 
 
De tijden waren echter veranderd. Het oude familienetwerk van notabelen, dat in de Bataafse tijd de regeringszetels van de protestantse regenten had overgenomen, werd nu op zijn beurt geleidelijk verdrongen door een nieuwe elite: onder de leerlooiers en schoenmakersbazen ontwikkelde zich een select groepje van grotere ondernemers, de latere industriëlen. Deze lieden waren gewend om in hun bedrijven zelf de lakens uit te delen. In de gemeentepolitiek eisten zij nu ook hun plaats op. Zij accepteerden het niet langer dat de burgemeester alleen regeerde.
 
De tijden waren echter veranderd. Het oude familienetwerk van notabelen, dat in de Bataafse tijd de regeringszetels van de protestantse regenten had overgenomen, werd nu op zijn beurt geleidelijk verdrongen door een nieuwe elite: onder de leerlooiers en schoenmakersbazen ontwikkelde zich een select groepje van grotere ondernemers, de latere industriëlen. Deze lieden waren gewend om in hun bedrijven zelf de lakens uit te delen. In de gemeentepolitiek eisten zij nu ook hun plaats op. Zij accepteerden het niet langer dat de burgemeester alleen regeerde.
Met name de laatste jaren van Van der Klokkens ambtsperiode worden dan ook gekenmerkt door eindeloze tweedracht tussen raad en burgemeester. Soms werden maandenlang geen besluiten genomen omdat ofwel de burgemeester zich niet liet zien, ofwel de raad niet bijeenkwam. Als reactie op zijn autoritaire stijl werd Van der Klokken door het raadslid J. Timmermans Wz. in diens correspondentie spottend de ‘''Grand Seigneur’'' genoemd. Uiteindelijk nam Van der Klokken in 1885 zelf ontslag. Als men de balans van zijn ambtsperiode opmaakt, valt toch minstens één belangrijk winstpunt op: de aanleg van de spoorweg Zwaluwe-Waalwijk, waarvoor hij zich ingezet had en die een jaar na zijn aftreden in gebruik werd genomen.  
+
 
 +
Met name de laatste jaren van Van der Klokkens ambtsperiode worden dan ook gekenmerkt door eindeloze tweedracht tussen raad en burgemeester. Soms werden maandenlang geen besluiten genomen omdat ofwel de burgemeester zich niet liet zien, ofwel de raad niet bijeenkwam. Als reactie op zijn autoritaire stijl werd Van der Klokken door het raadslid [[Judocus Timmermans Wzn.|J. Timmermans Wz.]] in diens correspondentie spottend de ‘''Grand Seigneur’'' genoemd. Uiteindelijk nam Van der Klokken in 1885 zelf ontslag. Als men de balans van zijn ambtsperiode opmaakt, valt toch minstens één belangrijk winstpunt op: de aanleg van de [[spoorweg Zwaluwe-Waalwijk]], waarvoor hij zich ingezet had en die een jaar na zijn aftreden in gebruik werd genomen.
  
 
==Bron==
 
==Bron==
Regel 25: Regel 31:
 
{{StartOpvolging}}
 
{{StartOpvolging}}
 
{{OpvolgingCombi
 
{{OpvolgingCombi
| lijst = [[:Categorie:Burgemeesters van Waalwijk|Burgemeester van Waalwijk]]<br />1862- 1885
+
| lijst = [[:Categorie:Burgemeesters van Waalwijk|Burgemeester van Waalwijk]]<br />1862 - 1885
| vorige = [[Leonardus D. van Heijst]]
+
| vorige = [[Leonardus Dominicus van Heijst|Leonardus D. van Heijst]]
| volgende = [[August E.M.B. van Grotenhuis (van Ontstein)]]
+
| volgende = [[August Ernest Marie Bruno van Grotenhuis (van Ontstein)|August E.M.B. van Grotenhuis (van Ontstein)]]
 
}}
 
}}
 
{{EindOpvolging}}
 
{{EindOpvolging}}
 
 
{{DEFAULTSORT: Klokken, Fredericus A.D. van der.}}
 
  
 
[[Categorie:Mensen]]
 
[[Categorie:Mensen]]
 
[[Categorie:Burgemeesters]]
 
[[Categorie:Burgemeesters]]
[[Categorie: Burgemeesters van Waalwijk]]
+
[[Categorie:Burgemeesters van Waalwijk]]
 +
 
 +
{{DEFAULTSORT:Klokken, Fredericus Arnoldus Dominicus van der}}

Versie van 8 aug 2013 om 07:44

Fredericus A.D. van der Klokken
Collectie GAW
Collectie GAW
Persoonsgegevens
Naam Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken
Geboren Grave, 08-09-1807
Overleden Grave, 11-04-1896
Overige gegevens
Beroep(en) Apotheker, burgemeester

Fredericus Arnoldus Dominicus van der Klokken (Grave, 8 september 1807 – Grave, 11 april 1896) was burgemeester van Waalwijk van 1 januari 1862 (K.B. 14 december 1861, nr. 83) tot 15 december 1885.

Van der Klokken was zijn loopbaan begonnen als knecht van de eveneens in Grave geboren apotheker Boeracker. Na het overlijden van zijn patroon in 1831 nam hij diens apotheek over en werd zelfstandig. Dat het die eerste periode niet voor de wind ging, mag blijken uit een aanbevelingsbrief die burgemeester Van Meerwijk in 1834 voor hem schreef: ‘hij moet alle bezuinigingen in het werk stellen om als een fatsoenlijk man door de wereld te komen.’

Twee jaar later zullen zijn financiële beslommeringen grotendeels opgelost zijn geweest: hij trouwde de dochter van de rijke graankoopman Theodorus Klock.

In 1851 volgde hij zijn schoonvader als raadslid op en werd meteen tot wethouder verkozen. Zijn riante vermogenspositie gaf Van der Klokken genoeg vrije tijd om zich in de gemeentepolitiek te storten. Omdat hij bovendien als apotheker voor gestudeerd man doorging, was hij in 1861 een goede kandidaat voor het burgemeesterschap. Na zijn benoeming trachtte hij de krachtige, paternalistische stijl van zijn voorganger Van Heijst voort te zetten.

De tijden waren echter veranderd. Het oude familienetwerk van notabelen, dat in de Bataafse tijd de regeringszetels van de protestantse regenten had overgenomen, werd nu op zijn beurt geleidelijk verdrongen door een nieuwe elite: onder de leerlooiers en schoenmakersbazen ontwikkelde zich een select groepje van grotere ondernemers, de latere industriëlen. Deze lieden waren gewend om in hun bedrijven zelf de lakens uit te delen. In de gemeentepolitiek eisten zij nu ook hun plaats op. Zij accepteerden het niet langer dat de burgemeester alleen regeerde.

Met name de laatste jaren van Van der Klokkens ambtsperiode worden dan ook gekenmerkt door eindeloze tweedracht tussen raad en burgemeester. Soms werden maandenlang geen besluiten genomen omdat ofwel de burgemeester zich niet liet zien, ofwel de raad niet bijeenkwam. Als reactie op zijn autoritaire stijl werd Van der Klokken door het raadslid J. Timmermans Wz. in diens correspondentie spottend de ‘Grand Seigneur’ genoemd. Uiteindelijk nam Van der Klokken in 1885 zelf ontslag. Als men de balans van zijn ambtsperiode opmaakt, valt toch minstens één belangrijk winstpunt op: de aanleg van de spoorweg Zwaluwe-Waalwijk, waarvoor hij zich ingezet had en die een jaar na zijn aftreden in gebruik werd genomen.

Bron

De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Jeroen van Oss overgenomen uit: 'Honderdtachtig jaar burgemeesters in Waalwijk, Baardwijk en Besoijen', De Klopkei (14e jaargang, 3e kwartaal 1990) blz.24.

Voorganger:
Leonardus D. van Heijst
Burgemeester van Waalwijk
1862 - 1885
Opvolger:
August E.M.B. van Grotenhuis (van Ontstein)
Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen