Adrianus Laurentius van den Elshout

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Adriaan van den Elshout
Collectie familie Van den Elshout
Collectie familie Van den Elshout
Persoonsgegevens
Naam Adrianus Laurentius van den Elshout
Geboren Besoijen, 10-08-1892
Overleden a/b Hr.Ms. Triton, 19-01-1915
Overige gegevens
Beroep(en) Smid en stoker op een baggermachine

Adrianus Laurentius (Adriaan) van den Elshout (Besoijen, 10 augustus 1892 – Hr.Ms.Triton, 19 januari 1915) was de oudste zoon van Petrus ‘Piet de smid’ van den Elshout en Catharina Gelens. Evenals zijn vader was hij aanvankelijk smid van beroep, later werkte hij als stoker op een baggermachine. Hij kwam als zeemilicien om het leven op de Westerschelde nabij Nieuwesluis en is voor zover bekend het enige Waalwijkse slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog.

Adriaan van den Elshout had geen gemakkelijke jeugd. In 1901 werd het acht kinderen tellende gezin getroffen door een zware brand, drie jaar later raakte moeder volledig verlamd. Korte tijd daarna werd bij vader een chronische ziekte ontdekt die hem het lopen en spreken, en daarmee het werken, vaak onmogelijk maakte. Het zal niet verbazen dat in 1907 het faillissement van de smederij werd uitgesproken.

Als oudste zoon werd Adriaan daarom al op jonge leeftijd de kostwinner van het gezin. Zijn eerst bekende dienstbetrekking was die van smidsknecht in Kaatsheuvel. In 1911 werkte hij als stoker op een baggermachine, waarschijnlijk bij het uitbaggeren van de Nieuwe Waterweg. Van 1 maart tot en met 26 oktober 1912 vervulde hij als zeemilicien zijn dienstplicht in Willemsoord.

Begin 1914 vroeg Adriaan aan de minister van Marine uitstel voor de herhalingsoefeningen om, in navolging van zijn broer Lau, in Rusland te kunnen gaan werken. Op 18 april 1914 vertrok hij vanuit Rotterdam naar St. Petersburg, waar oom Toon van den Elshout bij de voorloper van de firma Boskalis hoofduitvoerder van de werkzaamheden was. Adriaan verdiende in Rusland fl. 18,-- per week, waarvan hij fl. 10,-- afstond aan zijn ouders.
Na de afkondiging van de mobilisatie op 31 juli verlieten de Nederlandse baggeraars St. Petersburg zo snel zij konden. Het materieel bleef noodgedwongen achter en de mannen moesten via Scandinavië naar huis reizen. Al met al duurde het tot 4 september 1914 voordat de nog steeds dienstplichtige Adriaan zich bij zijn commandant in Willemsoord kon melden

Na de ochtendschaft stoomde op dinsdag 19 januari 1915 om 08.00 uur de mijnenlegger Triton, met aan boord Adriaan van den Elshout, naar de zogenoemde ‘versperring A’ in de Westerschelde bij Nieuwesluis (in de buurt van Breskens) om een reparatie uit te voeren. Bij de pogingen om vanuit een motorsloep het borglijntje van een losgekomen mijn vast te zetten, explodeerde die mijn en vonden de vijf opvarenden de dood. Onder hen Adriaan van den Elshout uit Besoijen. Slechts twee slachtoffers konden geïdentificeerd worden, van de andere drie werden geen stoffelijke resten aangetroffen. Ook bij Adriaan was sprake van een ‘zeemansgraf.’

Nog dezelfde middag ontving de burgemeester van Besoijen een telegram van minister J.J. Rambonnet van Marine met het verzoek om Piet van den Elshout op ‘omzichtige wijze’ het treurige nieuws van het overlijden van zijn oudste zoon te gaan brengen. De Echo van het Zuiden berichtte twee dagen later over de droevige tijding. ‘De geheele gemeente is zeer begaan met het lot van den armen jongen niet alleen, maar niet minder met dat van de zwaar beproefde, ongelukkige ouders. De verslagene was een zeer oppassend jongmensch, bekwaam vakman, oud 22 jaar en met zijn broeder werkzaam op een baggermachine in St. Petersburg vanwaar zij beiden bij de mobilisatie naar Holland zijn teruggekeerd.’

Appendix

Bronnen


  • Ineke van den Houdt-Swinkels, Adriaan van den Elshout - slachtoffer van de Eerste Wereldoorlog, De Klopkei (38e jaargang, 3e kwartaal 2014).
Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen