Stationsstraat 16-20

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
De voorgevel van het als ‘Teekenschool’ bekend staande pand omstreeks 1950 (collectie SALHA/GAW, fotonr.40549).

Het huidige pand Stationsstraat 16-20 werd in 1889 door het gemeentebestuur gebouwd als onderkomen voor de Teekenschool, lokaal voor de Botermijn en woning voor de veldwachter. De veldwachterswoning bevond zich achter de rechterdeur, de dubbele deur in het midden gaf toegang tot de boterhal en via de linkerdeur bereikte men het trappenhuis dat leidde naar de ruimte van de tekenschool op de eerste etage. De gevel werd op die verdieping gesierd met het opschrift ‘Teekenschool’ en een tweetal zogenoemde ‘cartouches,’ eentje met tekendriehoeken en een lineaal en eentje met een schilderspalet, een tube verf en een aantal kwasten.

In oktober 1944 ging de Teekenschool, inmiddels een gemeentelijke avondtekenschool, op in de Nijverheidsschool voor Waalwijk en Omstreken. Een aantal klassen van de Nijverheidsschool bleef tot 1 januari 1950 gehuisvest in de lokalen van de Teekenschool. Door de gemeente is nog de mogelijkheid onderzocht het pand te verbouwen voor huisvesting van de Kamer van Koophandel. Toen dat niet haalbaar bleek besloot men tot verkoop over te gaan. Gezien de ligging in het zaken- en winkelcentrum kreeg het pand een winkelbestemming en werd het tijdens een publieke veiling op 11 januari 1950 verkocht aan groente- en fruithandelaar H.A. Kleijn. Kleijn richtte op de begane grond een winkel en woning in, op de bovenverdiepingen zou voorlopig alles bij het oude blijven.

Na de zomervakantie van dat jaar kreeg Kleijn al bovenburen: de lokalen werden verhuurd aan de Christelijke HBS, het latere Willem van Oranje College. Deze situatie zou voortduren tot de ingebruikname van het nieuwe gebouw aan de Floris V laan in september 1954.

In 1971 was men op het gemeentehuis druk met de uitvoering van het ambitieuze Cityplan en op dat moment was een doorbraak vanuit De Els naar de Stationsstraat gepland ter hoogte van de panden Kleijn, Brabants Dagblad en de voormalige garage van Van Dommelen, die voor dat doel alle drie gesloopt zouden moeten worden. Na lang onderhandelen kon de gemeente het pand Kleijn terugkopen voor ƒ 250.000,--.

In het voorjaar van 1974 informeerde Van Dijk, van het gelijknamige Modehuis, of hij ter plaatse van de beoogde doorbraak eventueel een stukje grond kon kopen. De gemeente bood hem het gehele perceel aan, inclusief het pand Kleijn, maar dan diende wel nieuwbouw gepleegd te worden, waarvan de architectuur moest passen in het totale beeld van het winkelcentrum. In augustus gaf Van Dijk te kennen dat hij wel interesse had. In afwachting echter van de definitieve ontwikkelingen ter plaatse was hij niet voornemens het pand te slopen maar voelde hij meer voor renovatie. De door de gemeente ingeschakelde projectontwikkelaar was van mening dat op deze basis met Van Dijk geen zaken kon worden gedaan, omdat wanneer het ‘pand Kleijn’ niet gesloopt zou worden ‘een bebouwing gehandhaafd zou blijven van te weinig allure.’ Uiteindelijk werd het voorstel op 22 mei 1975 in de raadsvergadering besproken. De aanwezige raadsleden vonden het echter raadzamer nog niet tot verkoop over te gaan. Er liep namelijk nog een juridische procedure en om alle mogelijkheden open te houden werd het voorstel drie maanden aangehouden. In augustus vernam Van Dijk dat de beslissing wederom drie maanden was uitgesteld. Hij deelde de gemeente mede dat zijn bedrijf niet zo lang kon wachten en maande tot spoed. Op 30 oktober 1975 stond de verkoop wederom op de agenda van de gemeenteraad. Anderhalf uur sprak de raad achter gesloten deuren. Bij de heropening van de raadsvergadering deelde burgemeester Van Casteren mede dat de raad tot de overtuiging was gekomen dat verkoop aan Van Dijk de meest optimale oplossing voor de doorbraak naar De Els niet in de weg stond. Tegen kwart voor twee in de ochtend werd uiteindelijk het besluit genomen om het pand Stationsstraat 16-20 te verkopen aan Modehuis van Dijk.

Ondanks de eerdere sloopplannen erkende het gemeentebestuur later ‘het belang van handhaving van het pand Kleijn (niet alleen voor wat betreft de waarde maar ook voor wat betreft de architectuur daarvan).’

Het pand maakt sedertdien deel uit van Kleedingmagazijn Van Dijk. Er werd een verbinding tot stand gebracht met de andere winkelpanden van Van Dijk (het voormalige schoolhuis en de vroegere Openbare lagere school) en het onderste gedeelte van de puien werd aangepast aan de nieuwe ‘City-bebouwing’ van het centrum.

In 2003 werd de entree van de voormalige Teekenschool aangepast in een stijl die meer recht deed aan het historische pand. In 2008 werd tot slot de witte verf van de gevel verwijderd en werden de prachtige ornamenten in de bovengevel weer voor eenieder zichtbaar.

Afbeeldingen

Appendix


Bronnen


Ineke van den Houdt-Swinkels, ‘De Teekenschool’ en ‘Kleedingmagazijn Van Dijk,’ De Klopkei (36e jaargang, 3e kwartaal 2012).

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen