Josephus Maria Vugts

Uit WaalwijkWiki
(Doorverwezen vanaf Sjef Vugts)
Ga naar: navigatie, zoeken


Sjef Vugts
Collectie familie Vugts
Collectie familie Vugts
Persoonsgegevens
Naam Josephus Maria Vugts
Geboren Waalwijk, 26-10-1919
Overleden Tilburg, 13-01-2002
Burgerlijke staat Gehuwd met Martina A.Span
Overige gegevens
Beroep(en) Timmerman, bouwkundig opzichter, technisch hoofdambtenaar

Josephus Maria (Sjef) Vugts (Waalwijk, 26 oktober 1919 – Tilburg, 13 januari 2002) was de oudste zoon van Marinus Vugts (1884-1945) en Maria van Loon (1886-1951). Hij trouwde op 21 mei 1947 te Waalwijk met Martina A. Span. In zijn vrije tijd was Sjef heemkundige en ‘schatbewaarder van het Waalwijkse culturele erfgoed.’ Hij overleed op 13 januari 2002 na een kortstondige ziekte in het TweeStedenziekenhuis te Tilburg.

Tot op hoge leeftijd zette Sjef Vugts zich in voor het monumentenbeleid in Waalwijk en stond hij op de bres voor het behoud van het culturele erfgoed. De interesse hiervoor was bij hem al gewekt in zijn jonge jaren. Reeds op dertienjarige leeftijd wilde hij namelijk bouwkundig opzichter warden. Om dit doel te bereiken spande Sjef zich behoorlijk in. Overdag bezocht hij de opleiding voor timmerman aan de nijverheidsschool te Tilburg. Tegelijkertijd volgde hij, terwijl hij pas om vijf uur op zijn fiets terug was, in de avonduren - van 19.00-21.30 uur, van oktober tot maart - lessen op de gemeentelijke ‘Teekenschool' in de Stationsstraat te Waalwijk. Hier kreeg hij dan onderwijs in rekenen, taal, handtekenen, lijntekenen, constructietekenen en beschrijvende meetkunde. Aangezien dit laatste vak ook op de nijverheidsschool werd gegeven, mocht hij dit laten vallen. In plaats daarvan gaf de toenmalige directeur van de Teekenschool, Theo van Delft (1883-1967), hem aparte lessen in perspectief tekenen. Daarmee bofte hij enorm, want Van Delft stond in de wijde omtrek bekend als een veelzijdige, gerenommeerde kunstenaar.

Het is duidelijk dat Sjef Vugts dankzij deze inzet tot de beste leerlingen van de tekenschool behoorde. Dit bleek ook uit het feit dat hij op het einde van de cursus in aanmerking kwam voor een prijs. Deze bestond onder meer uit een door J. Godefroy geschreven boek, getiteld: ‘Handboek voor de kunstgeschiedenis. Stijl en ornamentenleer. Deel II.’ De jonge Vugts was daar enorm verguld mee. Uit eigen middelen schafte hij onmiddellijk de ontbrekende delen I en III aan. ' Het zijn ', zo merkte hij daarover nog in 1999 enthousiast op, ' prachtige boekjes, verlucht met legio pentekeningen en enorm praktisch. Zo staan bijvoorbeeld op een bladzijde alle Griekse zuilvormen met ornamenten, evenzo alle romaanse en gothische, alles ragfijn getekend met de tekenpen. Dat heeft enorm bijgedragen aan mijn kennis over bouwwerken en ornamenten '. De prijs van Theo van Delft was dus een schot in de roos. Bovendien inspireerde deze Sjef Vugts om, behalve de uitgave van Godefroy, nog meer boeken over bouwkunde en kunstgeschiedenis aan te schaffen. De uit deze literatuur opgedane kennis gebruikte de leergierige Vugts bij zijn werk op de Waalwijkse afdeling gemeentewerken. Hier begon hij in 1944, na eerst een tijdje als timmerman te hebben gewerkt, als bouwkundig opzichter en later werd hij daar technisch hoofdambtenaar. Ook op deze dienst had hij het geluk om op het juiste moment de juiste personen te ontmoeten. Zijn directe superieur was namelijk de gemeente-architect H. de Hoop. Deze was in 1931 naar Waalwijk gekomen als hoofdopzichter bij de bouw van het nieuwe Waalwijkse stadhuis van architect A.J. Kropholler. Na het gereedkomen van het gebouw in 1932 trad De Hoop in dienst van de gemeente Waalwijk en ontwierp hij hier, in de stijl van zijn vroegere leermeester, zelf nog talrijke panden. Aan Sjef gaf hij intussen zijn bouwkundige inzichten door en met name alle 'ins en outs' over het Krophollergebouw en de relevante bijzonderheden van het Raadhuisplein. Toen De Hoop in 1948 tijdens werkzaamheden voor de gemeente als gevolg van een tragisch treinongeval om het leven kwam, nam Sjef Vugts zijn functie tijdelijk waar tot de komst van J.H.W. Kobben als nieuwe directeur gemeentewerken in de loop van hetzelfde jaar.

Een tweede persoon waarvan hij tijdens zijn werk op de afdeling Gemeentewerken veel leerde, was G.F.Couwenbergh. Deze was hoofd van de afdeling Algemene Zaken en tevens gemeentearchivaris. Dankzij hem kreeg Sjef Vugts allerlei documenten over de Waalwijkse geschiedenis te zien en werd hij enthousiast gemaakt voor het culturele erfgoed van zijn geboorteplaats. Zeer bijzonder was voorts nog dat Couwenbergh zijn jongere collega kennis liet maken met de op het archief aanwezige jaargangen van het streekblad De Echo van het Zuiden. Al snel kwam Sjef Vugts erachter dat dit blad een immens rijke historische bron was. Naar zijn mening was het zonde dat die niet voor een breed publiek gemakkelijk toegankelijk was. Daarom maakte hij er op zijn manier een soort handgeschreven index op. Tijdens het werken hieraan noteerde hij met het geduld en de ijver van een middeleeuwse monnik alle relevante feiten en gebeurtenissen. Zo werd Vugts waarschijnlijk de enige Waalwijker die de complete delen van De Echo van het Zuiden ooit allemaal gelezen heeft. Zijn kennis van het Waalwijkse verleden gebruikte Vugts met name voor het heemkundewerk. In eerste instantie was dit voor de in 1946 opgerichte 'Vereniging voor Heemkunde voor de Langstraat, Land van Heusden en Altena'. Van deze vereniging, die kortheidshalve ook de 'Lange Straat' werd genoemd, ging het Land van Heusden en Altena in 1950 over naar de kring 'Onsenoort'. De naam van de 'Lange Straat' werd toen veranderd in 'Heemkunde Vereniging Midden Langstraat'. In het bestuur hiervan vervulde Sjef Vugts de rol van penningmeester.

Na nog een reorganisatie ontstond in 1972 onder de naam `De Erstelinghe' een nieuwe heemkundekring voor Waalwijk en omgeving, In tegenstelling tot zijn voorgangers gaf deze maandelijks een periodiek uit, De Klopkei genaamd. Van dit blad werd Vugts redactiemedewerker. Met gebruikmaking van zijn immense kennis over instellingen, straten, gebouwen, personen en archeologische vondsten publiceerde hij daarin met grote regelmaat talrijke, vaak zeer lezenswaardige artikelen over diverse onderwerpen. Met name moet hierbij, om enkele voorbeelden te geven, gedacht worden aan zijn publicaties over kinderliedjes en kinderspelen, de ontwikkeling van sportbeoefening in Waalwijk, oude biechtstoelen, Waalwijkse martelaren, kleine monumenten, grafstenen, het onderwijs, archeologische vondsten, oude bomen, de middeleeuwse Baardwijkse toren, de culturele betekenis van het gebouw van de Gildenbond, het klooster Nazareth en de dienst Gemeentewerken. Bovendien introduceerde hij in dit blad de traditie om ieder jaar in het laatste nummer van de jaargang een overzicht te geven van ontwikkelingen en gebeurtenissen die honderd jaar daarvoor hadden plaatsgevonden. Zijn kennis van De Echo van het Zuiden en van de sedert 1878 bestaande Verslagen van de Kamer van Koophandel in Waalwijk kwamen hem daarbij goed van pas. Zeer bijzonder was bovendien dat hij zijn bijdragen vaak illustreerde met door hem zelf gemaakte fijne pentekeningen, foto's, resultaten van opmetingen en situatie-overzichten. Los van dit alles schreef Sjef Vugts -geïnspireerd door hetgeen hij van H. de Hoop geleerd had, met medewerking van diens zoon Sander de Hoop- een boekje over de bouwgeschiedenis en inrichting van het door Kropholler ontworpen Waalwijkse stadhuis. Tevens publiceerde hij regelmatig over de kerk Sint-Jan de Doper in Waalwijk in het parochieblad. Daarnaast verzorgde hij in deze kerk rondleidingen. Voor de VVV maakte hij intussen gidsjes voor stadswandelingen. Daarin attendeerde hij inwoners en bezoekers van Waalwijk op opmerkelijke plekjes. Uitgevers van kalenders maakten mede voor dat doel graag gebruik van zijn fraaie pentekeningen van beeldbepalende gebouwen en straten. Samen met G.F. Couwenbergh gaf hij in 1971 in drie delen het meerdere malen herdrukte Waalwijk in oude ansichten uit. Voor deze deeltjes, met uniek fotomateriaal van Waalwijk, Baardwijk en Besoijen, verzorgde Vugts de onderschriften.

Al eerder hield Sjef Vugts tijdens het laatste oorlogsjaar van 4 september 1944 tot 16 juni 1945 een dagboek bij. Dit deed hij ten behoeve van zijn zuster Mien die op dat moment in Wijk aan Zee verbleef en die als gevolg van plotselinge verkeersbelemmeringen niet tijdig meer naar Waalwijk had kunnen terugkeren. Met steun van de gemeente Waalwijk werd dit document veertig jaar na de bevrijding gepubliceerd. De lezer treft daarin een indringende schets aan van het dagelijks leven in die bewogen periode en van de kleine pleziertjes, angsten en problemen die mensen toen ondervonden. Met deze uitgave vergrootte hij het inzicht in een onderbelicht stukje oorlogsgeschiedenis.

Verder was Sjef Vugts een zeer verdienstelijk lid van de Waalwijkse monumentencommissie. Daarom inventariseerde hij in nauwe samenwerking met architect G. Valk alle panden die in aanmerking kwamen voor een plaatsing op de Waalwijkse monumentenlijst. Tevens spande hij zich in deze commissie in voor het behoud van straatbeeldbepalende façades, zoals van de bedrijven Van Dooren en De Greef en Van Schijndel in de Stationsstraat, voor het niet-slopen van het Koetshuis, de looierij van Gragtmans en de Kousenfabriek en ten slotte nog voor de restauratie van het Brouwhuis van het uit de late middeleeuwen daterende klooster Nazareth. Vooral met deze activiteiten stimuleerde Vugts het idee om voor de gemeente een cultuurhistorische waardenkaart te ontwerpen.

Al deze bezigheden beletten de beminnelijke en gemakkelijk toegankelijke Sjef Vugts niet om ook nog op andere terreinen bezig te zijn. Zo was hij bijvoorbeeld betrokken bij de kort na de bevrijding in Waalwijk ontwikkelde plannen om op de plaats aan de Meerdijk waar de Schotse bevrijders de gemeente waren binnengekomen, een Mariakapelletje te stichten. Daarnaast zong hij jarenlang in het kerkkoor van de Sint-Antoniusparochie en was hij als vrijwilliger betrokken bij de brandweer in de functie van hoofdbrandmeester. De Waalwijkse gemeenschap was hem voor al zijn inzet zeer dankbaar. Van de brandweer kreeg hij, toen hij veertig jaar dienst had gedaan, een oorkonde. Het gemeentebestuur van Waalwijk verleende hem voor zijn verdiensten het gemeentelijk ereteken en verder werd hij nog onderscheiden met de eremedaille in goud verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau.

In de nacht van 13 januari 2002 overleed Sjef Vugts op 82-jarige leeftijd. Waalwijk verloor daarmee een markante persoonlijkheid en zeker iemand die de Waalwijkse cultuurhistorie een nieuwe dimensie gaf.


Appendix

Bronnen

  • GAW, Scriptie Marlies Meesters, Gemeentelijke Teekenschool te Waalwijk en de familie van Delft (Waalwijk z.j.), bibliotheek archief, nr. 631.
  • GAW, J.M. Vugts m.m.v. S. de Hoop, Het raadhuis en raadhuisplein te Waalwijk (Waalwijk 1995), nr.1386.
  • GAW, Dagboek bijgehouden cloor J.M.Vugts te Waalwijk in de periode 4 september 1944 tot 16 juni 1945, nr. 415.
  • Frans Vercauteren,'Een erfenis van de Waalwijkse Raad voor Maatschappelijke Wederopbouw: de Vereniging voor Heemkunde' in: De Klopkei jaargang 23, 3e kwartaal 1999, blz.57-68.
  • Frans Vercauteren,'Herpakken en herstellen. Het dagelijks leven in de eerste weken na de bevrijding van Waalwijk op 30 oktober 1944' , De Klopkei, jaargang 29, 1e kwartaal 2005, blz.1-16.
  • Frans Vercauteren, 'In memoriam Sjef Vugts 1919-2002' , De Klopkei jaargang 26, 1e kwartaal 2002, bijlage.
  • Redactie, 'Sjef Vugts en het Waalwijkse monumentenbeleid,' De Klopkei, jaargang 23, 3e kwartaal 1999 blz/101-103.
  • Sjef Vugts,'De bijdrage van de dienst Gemeentewerken aan goed wonen in Waalwijk' in: F.E.M.Vercauteren (red.), Wonen in Waalwijk. Van lint tot landgoed (Waalwijk 2001), 49-54.


De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteurs Jan de Haan en Frans Vercauteren en uitgever Erfgoed Brabant overgenomen uit Brabantse Biografieën 8, Sprang-Capelle, Waalwijk, Waspik. Zie voor meer Brabantse biografieën de website van Thuis in Brabant.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen