SLEM 1953

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
GAW, fotonr. 5339

Internationale Tentoonstelling Schoenen Leder en Mode (SLEM) 1953

Het grote succes van de tentoonstelling 1948 op het Vredesplein was voor Harry Bergmans, voorzitter van de Industriële Club Waalwijk reden om in de najaarsbijeenkomst 1951 de vraag te stellen of het gewenst zou zijn, gelijktijdig met de herdenking ‘Waalwijk 650 jaar stad’, in 1953 een internationale schoen- en ledertentoonstelling te houden, mede der opluistering van die herdenking, maar ook om de aandacht te vestigen op Waalwijk als centrum van de leder- en schoenindustrie. Dat was nodig om het in de oorlog verloren gegaan en nieuw afzetgebied te herwinnen of te verwerven. De Industriële Club besprak deze vraag in eigen kring en met de Federatie van Schoenfabrikanten. Deze verklaarde zich met de idee akkoord, ook omdat zij in 1953 haar zilveren bestaansfeest zou vieren dat door zo’n tentoonstelling meer glans zou krijgen.

De pas benoemde burgemeester van Waalwijk, de heer J.L.P.M. Teyssen, toonde zich zeer positief en zegde namens de gemeente alle medewerking toe. Ook tijdens de herdenking van het 45-jarig bestaan van Waalwijks Belang werden de plannen begroet en alle steun toegezegd. Wederzijdse besprekingen vonden plaats met als resultaat dat op 7 november 1952 voor notaris F.M. van Gurp de akte gepasseerd kon worden van de stichting Internationale Tentoonstelling Schoen – Leder – Mode (SLEM) Waalwijk 1953.

In het bestuur zaten:

  • J.L.P.M. Teyssen, voorzitter
  • J.W. van Heesbeen, vice-voorzitter
  • J.J.M.A. Klijberg, vice-voorzitter
  • Jan Tielen, algemeen secretaris
  • Judocus Timmermans, algemeen penningmeester
  • Harry Bergmans, tweede secretaris

en de leden Jacq. Bergmans, A. Boumans, Hein Gompen, Piet van Heesbeen, Harry Hoffmans, Jef de Kort, Ir. J. Roelof Heijrmans, D. Stibbe, Antoon Tielen, J. Verwiel en E. Wijers.

De organisatie van de tentoonstelling kwam na de oprichting van de stichting onmiddellijk op gang. Binnen enkele weken werd een Raad van Advies geïnstalleerd onder voorzitterschap van de heer A. Mannaerts, voorzitter van de Federatie. Gelijktijdig kwam er een Raad van Beheer, waarvan de leden optraden als voorzitter van 12 comité’s, te weten Financiën, Pers en Reclame, Terreinen, Gebouwen, Machinehal, Schoenen, Lederwaren en Fournituren, Leder Huiden en Looistoffen, Verkeer en Huisvesting, Vermakelijkheden, Onderwijs en Voorlichting en Modeshows.

Op het raadhuis van Waalwijk was per 1 oktober 1952 reeds een bedrijfsbureau geïnstalleerd, dat bemand werd door de heren G. Jungerius (tot 1 april 1953), drs. A. van Arendonk en Simon van Adelberg. Bureau-assistente werd Mej. A. Vermeer. Alles bij elkaar omvatte de organisatie ongeveer 90 personen. De gemeente Waalwijk stelde zich garant voor fl 20.000, de Provincie voor fl 15.000 en de gezamenlijke schoenfabrikanten van Kaatsheuvel voor fl 10.000. Prof. G. Holt van de Delftse Hogeschool werd aangetrokken als architect en ruimtelijk vormgever van de tentoonstelling, kunstenaar Jan Bons uit Amsterdam als artistiek leider en Bard de Ruyter, tuinarchitect, voor de aanleg van de groenvoorziening.

Een belangrijke aanzet gaf de gemeente Waalwijk. Zij stelde namelijk voor het tentoonstellingsterrein ca. 9 hectare grond beschikbaar in het uitbreidingsplan aan de Burg. Moonenlaan; zij liet op dit terrein wegen, plantsoenen en leidingen aanleggen die na de expositie een permanent karakter kregen. De 12 comité’s werden aan het werk gezet. Zij moesten de hoofdplannen nader uitwerken en kostenramingen maken, die aan het bestuur ter goedkeuring moesten worden voorgelegd. Gerekend werd op een bezoek van 100.000 personen. Het is niet mogelijk hier het omvangrijke werk te memoreren dat het bestuur en de comité’s hebben verricht, ’t zou een boekdeel bestrijken. Wel kan men uit de nagelaten bescheiden opmaken dat het een enorme prestatie moet zijn geweest om op 21 augustus 1953 de poorten van de tentoonstelling te kunnen openen.

Hoogtepunten van de expositie waren: de feestelijke opening door de Commissaris der Koningin Prof. Jan de Quay, de magistrale rede van burgemeester Teyssen, het bezoek van koningin Juliana, de ontvangst van vele autoriteiten uit binnen- en buitenland, de feestvergadering ter viering van het 25-jarig bestaan van de Federatie van Schoenfabrikanten en vooral de modeshows. Getoond werd de belangrijke rol die het schoeisel en de leren accessoires spelen in de kleding van de vrouw.

Ook aan ontspanning was gedacht. Mede in het kader van de viering van het 650-jarig bestaan van Waalwijk, werd het openluchtspel ‘De Toverschoen’ opgevoerd, geschreven door Jan Naaijkens en geregisseerd door Tiny van der Heijden. Dagelijks waren er concerten, zang- en dansuitvoeringen, cabarets, wedstrijden en een vossenjacht op de luchtballon Henri Dunant, bemand door het echtpaar Boesman en als klapstuk ter afsluiting een groots vuurwerk.

De bevolking van Waalwijk heeft op uitbundige wijze feest gevierd, dankzij ieders medewerking. Zelfs Mgr. Mutsaerts, bisschop van ’s-Hertogenbosch, verleende voor de feestweek dispensatie voor het onderhouden van de Onthoudingswet. Waaraan al niet gedacht werd!

In de enorme publiciteit die rond dit evenement was ontstaan viel er één klein foutje te vermelden. Klein? Nou ja! In het viertalig rondschrijven aan ambassades en buitenlandse ondernemingen waren een paar foutjes geslopen, die een boze brief opleverde van de Nederlandse Vereniging van Vreemdelingenverkeer. Het gaf zelfs aanleiding tot een lelijk commentaar in het dagblad France Soir. De verkeerde steek werd onmiddellijk opgehaald door inschakeling van beëdigde vertaalbureau’s.

De tentoonstelling zelf bood in zo’n 200 stands van ruim 500 exposanten, afkomstig uit 18 landen, het allermooiste en allernieuwste dat in de wereld op schoengebied en leren accessoires te zien was. Hierbij bleek dat het Nederlands schoenproduct niet behoefde achter te staan bij het buitenland. Voorts was er een volledige schoenfabriek in werking te zien. Hier kon men kijken naar het stanzen, zwikken, overhalen en aflappen en finishen. De meest moderne machines in de leder- en schoenindustrie werden geëxposeerd. Veel aandacht werd besteed aan de mode van tassen, handschoenen en accessoires. Grote belangstelling genoot ook Antoon Hendriks met de stand historisch schoeisel uit eigen verzameling en in bruikleen van diverse musea. De 65.000 bezoekers hebben ervan genoten.


In het gedenkalbum schrijft de Waalwijkse journalist Willem van der Mee jr: ‘Thans mogen we blij vaststellen dat de SLEM een succes is geworden, zoals we ons niet hadden kunnen voorstellen, de naam van onze goede stad Waalwijk en van onze schoen- en lederindustrie is uitgedragen over geheel Nederland en ver daarbuiten.’


Appendix

Bronnen


  • De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming overgenomen uit: Jo Swarts, ‘Internationale Tentoonstelling Schoenen – Leder – Mode (SLEM) Waalwijk 1953,’ De Klopkei (9e jaargang, 2e kwartaal 1985).

Externe links


Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen