Piet Brouwer

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Piet Brouwer
Collectie familie Brouwer (foto uit Brabantse Biografieën 8)
Collectie familie Brouwer (foto uit Brabantse Biografieën 8)
Persoonsgegevens
Naam Piet Brouwer
Geboren Hatert, 04-11-1912
Overleden Waalwijk, 16-03-1984
Burgerlijke staat Gehuwd met Cato Pullens
Overige gegevens
Beroep(en) Schoenmaker, melkboer, gemeenteraadslid en oprichter van een lokale politieke partij


Piet Brouwer (Hatert, 4 november 1912 – Waalwijk, 16 maart 1984) was een zoon van Johannes Brouwer en Magdalena van Eggenhuizen. Hij was schoenmaker, melkboer, gemeenteraadslid en oprichter van een lokale politieke partij.

Het leven van de kleine, onverzettelijke en energieke Piet Brouwer begon niet gemakkelijk. Toen hij amper 17 dagen oud was, overleed zijn moeder. Als jongste in een gezin met 23(!) kinderen kwam hij daarna in het Rooms Katholieke Weeshuis te Nijmegen terecht. Zijn vader, die als meester-stukadoor in Duitsland werkte, zag namelijk geen mogelijkheden om zelf voor de kleine Piet te zorgen. Door bemiddeling van dat weeshuis werd hij later ondergebracht bij de familie Hanegraaf te Elshout. Dit pleeggezin had zelf een dochter, te weten Cor. Aldus groeide Piet op in dit gezin, als aangenomen, jongere broertje van Cor. Op elfjarige leeftijd verliet hij de lagere school om in Drunen op de vakschool opgeleid te worden tot schoenmaker. Na het overlijden van zijn pleegouders verhuisde Piet naar de Sint-Crispijnstraat in Waalwijk, naar het gezin van de inmiddels met Waalwijker Simon van de Wiel getrouwde Cor.

De nog ongetrouwde Piet Brouwer oefende zijn beroep van schoenmaker uit tot de crisis van de jaren 1930 roet in het eten gooide. Uitgerekend toen hij precies 12 ½ jaar werkzaam was bij de firma Mesco van de gebroeders Spapens aan de Grotestaat, ging het bedrijf failliet. In plaats van het gebruikelijke douceurtje kreeg Piet zijn ontslag. Hij was intussen half in de twintig, maar toonde zich al vindingrijk en een doorzetter. Hoewel officieel werkloos, slaagde hij er toch in het afgesproken kostgeld van fl. 7,50 per week te voldoen door talloze klusjes voor derden te doen. Want afspraak was immers afspraak!

Gelukkig voor hem vond hij uiteindelijk vast werk als melkventer bij de WAMI (Waalwijkse Melkinriching). In deze baan kende hij iedereen en was hij kind aan huis bij talloze gezinnen. Piet was een sociaal mens en hoorde zo van alles van de 'gewone' Waalwijkers. Voor deze mensen wilde hij graag het aanspreekpunt worden in de gemeenteraad. Hij probeerde een verkiesbare plaats te krijgen op de kandidatenlijst van de Rooms Katholieke Staatspartij. Met zijn achtergrond als voormalig schoenmaker en melkventer lukte hem dit echter niet. Voor hem was tussen de ‘Heeren' geen plaats en dus besloot hij om met zijn eigen Lijst Brouwer aan de verkiezingen van 1939 mee te doen. Met gemak haalde hij de kiesdrempel en zo maakte hij als eenmansfractie voor het eerst zijn opwachting in de raadszaal van het enkele jaren daarvoor gebouwde gemeentehuis. Maar liefst 45 jaar bekleedde hij een belangrijke rol in de raad. Altijd gedreven, vol humor en rap van tong. Lange tijd was zijn partij, die later Algemeen Belang/Lijst Brouwer heette, een van de oudste lokale partijen in Nederland. In september 2008 is deze echter samen met drie andere partijen opgegaan in een nieuwe Waalwijkse groepering, Lokaal Belang genaamd.

Iedereen kende hem ondertussen ook als het schatje van den Elshout. Deze bijnaam had hij te danken aan zijn diepgewortelde religieuze manier van leven. Dagelijks was hij in de kerk te vinden. Eerst als kind in Eishout en daarna zijn leven lang in de Sint-Jan de Doper in Waalwijk. In Elshout had hij in het bijzijn van een vriend het Mariabeeld met mijn schatje aangesproken, waarop zijn kameraad in dialect tegen hem zei: Ge zijt zelluf un schatje. Gevat als hij was, reageerde Piet daarop tegen het Mariabeeld: Als ik dan un schatje ben, dan bendu gij vanaf nu voortaan mijn beeldje. Aldus was de bijnaam schatje ontstaan, een naam die hem de rest van zijn leven zou typeren. Piet was namelijk klein van stuk en stond altijd klaar om een ander te helpen.

Op 16 juni 1943 trouwde Piet Brouwer op 31-jarige leeftijd met de vijf jaar oudere Cato Pullens. In de volksmond noemde iedereen haar echter d'n buts. Het elkaar aanspreken met een bijnaam was gebruikelijk in die jaren, maar het was toch bijzonder dat in al hun jaren samen, Cato haar Piet niet zou aanspreken met zijn voornaam, maar met Brouwer. Piet en Cato kregen drie kinderen: Johan (1944-1979), Bep (1946) en Lenie (1950).

Volgens zijn beide dochters Bep en Lenie was hun vader zelden thuis. Er ging geen avond voorbij of Piet Brouwer werd ergens verwacht. Moeder Cato steunde hem altijd in al zijn doen en laten, want, zo werd het treffend verwoord: As ik nie aachter oe zou stoan, dan komtur niks van terecht. Als Piet lid was van een vereniging, dan bekleedde hij steevast een bestuursfunctie. Aan de zijlijn staan was niets voor hem. Hij was daarnaast ook oprichter van een aantal verenigingen. Zijn maatschappelijke staat van dienst spreekt voor zich en het is niet meer dan logisch dat een dergelijke inzet waardering kreeg. Tijdens zijn leven werd Piet Brouwer twee maal onderscheiden. In april 1976 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en op 9 juni1979 kreeg hij de Erepenning in Zilver van de gemeente Waalwijk. Burgemeester Van Casteren kwam bijna adem tekort om al Piets activiteiten te benoemen. Hij was medeoprichter en voorzitter van de accordeonvereniging Accordeola, voorzitter van de Waalwijkse Krachtsportvereniging, medeoprichter en bestuurslid van de jeugddrumband Ons Genoegen, oprichter en voorzitter van de wielersportvereniging Leonora, bestuurslid van de Koninklijke Nederlandse Wielrenunie, groot animator van de wandelsport, voorzitter van het bejaardentoneel BTW en als Peer van den Muggenheuvel een der drijvende krachten achter het bloeiende carnavalsleven in Waalwijk. [1]

Dat Brouwer kon praten als geen ander wist iedereen die met hem te maken kreeg. Altijd in volzinnen, doorspekt met kwinkslagen, had hij vaak de lachers op zijn hand. Als sneldichter maakte hij furore op de radio en op de televisie stal hij de show in een programma van Ted de Braak. Bij wielerwedstrijden fungeerde hij meermaals als speaker. Net als destijds sportverslaggever Theo Koomen, kon hij zo aantrekkelijk verslag doen dat iedereen op het puntje van zijn stoel zat. Wat hij zei was altijd raak.

Ook in de raadsvergaderingen was iedereen steevast in afwachting hoe Lijst Brouwer zich in de discussie van dat moment zou mengen. Meestal kwam hij op voor de sociale belangen van de Waalwijkers en als diep gelovig man verdedigde hij ook de christelijke waarden in de samenleving. Vaak wachtte Piet met zijn opmerkingen tot de rondvraag. Voor raadsleden en publiek was het altijd weer spannnend wat hij, net voor de laatste hamertik van de voorzitter, zou betogen. Geregeld waren dit kleine problemen die onder de bevolking leefden. Brouwer was de ideale spreekbuis om de problemen van de Waalwijkers onder de aandacht te brengen. Zo ook bijvoorbeeld in de zomer van 1979. De plantsoenendienst had toen nieuwe, gemotoriseerde grasmaaimachines aangeschaft en kon zo sneller dan voorheen de grasveldjes in de wijken maaien. Maar dit had een nogal ongewenst neveneffect: de hondendrollen werden nu met grote kracht tegen de ramen van de woningen geslingerd. Recht uit het hart, spitsvondig en met zijn eigen beeldend taalgebruik verwoordde Brouwer dit probleem in de gemeenteraadsvergadering. Natuurlijk kreeg hij de lachers op zijn hand, haalde er de krant mee, maar kreeg ook voor elkaar dat er reeds de volgende dag spatschermen op de maaimachines gemonteerd werden. Probleem opgelost. Piet Brouwer was een echte gemeenschapsman en dat was ook politiek zijn grote kracht.

In de laatste jaren van zijn leven viel het hem tegen dat de mensen, ondanks de verbeterde sociale wetgeving, toch nog ontevreden waren. Bovendien kreeg hij het privé zwaar, nadat zijn zoon Johan in december 1979 onverwacht kwam te overlijden. Pas 35 jaar oud werd Johan het slachtoffer van een noodlottig ongeval. Samen met zijn Cato pakte Piet daarna moeizaam de draad weer op, totdat ook Cato hem op 23 november 1983 ontviel. Deze klap was teveel voor hem. Amper vier maanden later, op 16 maart 1984, overleed hij op 71-jarige leeftijd.

Piet Brouwer was niet meer en met zijn dood verloor Waalwijk een markant politicus op wie de term 'dicht bij de burger staan' perfect paste.


Afbeeldingen

Bronnen

  • GAW, De Echo van het Zuiden, 1939.
  • GAW, Archief Gemeentebestuur Waalwijk 1922-1996, Gemeenteraadsverslagen 1939-1984.
  • Ton de Groot, Gemeenteraadsverkiezingen van Waalwijk,’ deel I, De Klopkei (30e jaargang, 1e en 2e kwartaal 2006)
  • Ton de Groot, 'Gemeenteraadsverkiezingen van Waalwijk,’ deel II, De Klopkei (30e jaargang, 3e en 4e kwartaal 2006)
  • Interviews met Bep en Lenie Brouwer.

De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Ton de Groot en uitgever Erfgoed Brabant overgenomen uit Brabantse Biografieën 8, Sprang-Capelle, Waalwijk, Waspik. Zie voor meer Brabantse biografieën de website van Thuis in Brabant.

Voetnoten


  1. In 1971 werd Piet door carnavalvereniging De Tekswippers als ‘organisator van het carnaval’ onderscheiden met de Vergulde Tekswipper.
  2. V.l.n.r.; M. van Driel; E.P. van Beijnen; J.A. Verdoorn; J. van Loon; P.A. Buijkx; C.W. Pullens; F.C. Smolders (wethouder); W.P.C. Elbers (wethouder). Staand: A.P. de Louw; E.C.J. Moonen (burgemeester); J.H. van Mierlo (secretaris); J.H.J. Klijn; P. Brouwer; H. van der Waerden; F.C. Roxs; M.J.P. van Loon.
Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen