Bad- en Zweminrichting aan den Hoefswiel

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Foto GAW, nr.20182

Inhoud

Bruikleen

Na enkele jaren gezwommen te hebben in het Drongelens kanaal, sloot de Waalwijksche Zwemclub in 1916 een overeenkomst met de familie Loeff, waarbij de zwemclub de Hoefswiel in bruikleen kreeg tegen een vergoeding van 25 gulden per jaar. Die vergoeding moest gestort worden in de kas van de Algemene Arme. Uit eigen middelen financierde de zwemclub de bouw van een eenvoudige kleedgelegenheid en vol verwachting keek men uit naar de start van het zwemseizoen. Slechts kort konden de zwemmers genieten van de nieuwe accommodatie, want al vroeg in de zomer werd de Hoefswiel gevorderd voor gebruik als militaire zweminrichting en werd de Waalwijkse zwemclub de toegang ontzegd. Hetzelfde gebeurde in 1917. Omdat er niet gezwommen kon worden, hadden de leden van de zwemclub ondertussen al enkele jaren geen contributie meer betaald. En hoewel niet officieel ontbonden, was de club niet meer actief.

Waalwijksche Bad- en zweminrichting

Nadat van diverse zijden stemmen opgingen om het Waalwijkse zwemleven weer nieuw leven in te blazen, werd op 20 mei 1924 de Waalwijksche Zwemvereeniging opgericht. De gemeente stelde een krediet van 2000 gulden ter beschikking voor een kleedgelegenheid en het aankopen van noodzakelijke materialen en het bestuur ging voortvarend te werk. In een rap tempo werden kleedkamers en een afdak voor de opslag van materialen gebouwd, het ondiepe gedeelte werd afgemaakt en al op 21 juni 1924 kon burgemeester Moonen de officiële opening verrichten van de Bad- en Zweminrichting aan den Hoefswiel. In zijn toespraak benadrukte hij het grote belang van de zwemsport, niet alleen voor de bevordering van gezondheid en hygiëne, maar ook voor de ontwikkeling van moed en levensdurf. Om van de nieuwe zweminrichting gebruik te mogen maken, moest men in principe lid worden van de zwemclub, die het zwembad beheerde. Daarnaast was het bad echter twee middagen per week gratis toegankelijk voor mensen die niet in staat waren die contributie te betalen. Zij konden vooraf een entreekaartje ophalen op het politiebureau. In juli telde de nieuwe zwemvereniging al 285 mannelijke en 38 vrouwelijke leden. Het bad voorzag in een grote behoefte want in de dertiger jaren werden op topdagen bezoekersaantallen van 4000 genoteerd. En dat is niet vreemd, want het water in de Hoefswiel gold als het schoonste water van Brabant!

Dames en heren

Uiteraard golden er in de Hoefswiel verschillende openingstijden voor dames en voor heren en het spreekt voor zich dat streng de hand werd gehouden aan de reglementen hieromtrent. Op last van de Duitsers bepaalde het Ministerie van Binnenlandse Zaken in 1941 echter dat er op voldoende ruime schaal gelegenheid geboden moest worden tot gemengd zwemmen. De gemeente Waalwijk verleende daarop de Zwemvereeniging ontheffing van artikel 51 van de Politieverordering en gelastte dat het zwembad voortaan elke dag minstens drie uur open moest zijn voor gemengd zwemmen. Het bestuur van de zwemvereniging stribbelde tegen, niet zozeer vanwege het gelijktijdig zwemmen van mannen en vrouwen, maar vanwege de daarmee samenhangende noodzaak zich tegelijkertijd om te kleden. In de drukke uren was het namelijk geen uitzondering dat zes tot acht personen zich met slechts één cabine moesten behelpen en dat zou telkens weer aanleiding geven tot minder prettige omstandigheden. Men kon er echter niet onderuit en vanaf augustus 1941 kon er ook in Waalwijk –tijdelijk, want na de oorlog werd deze maatregel weer meteen teruggedraaid- gemengd worden gezwommen. Er moesten eigenlijk kleedhokjes bijkomen maar dat liet de kas van de zwemclub niet toe. Als noodmaatregel richtte men uiteindelijk een materialenloods in als extra garderobe. In augustus 1944 werd het zogenaamde familiebad ingesteld. De Hoefswiel was op de daarvoor gereserveerde tijden toegankelijk voor gehuwde leden met hun man of vrouw en kinderen en vanaf dat moment konden gezinnen op het zwembad een ware vakantiedag doorbrengen, zoals De Echo van het Zuiden het uitdrukte.

Naar de gemeente

De eerste stemmen om het beheer van de Hoefswiel over te dragen aan de gemeente gingen al op na de Duitse maatregel van 1941, die de zwemvereniging voor hoge kosten plaatste. De kosten bleven maar stijgen en in 1947 zag men zich genoodzaakt die overdracht daadwerkelijk te effectueren. De zwemvereniging telde niet veel leden meer en bevond zich zogezegd in een dip. In 1949 begonnen zeven enthousiaste jongemannen een nieuwe zwemclub, die zij Neptunus doopten. Enige tijd daarna werd besloten ook vrouwen toe te laten en het is met name aan de bestuurlijke kwaliteiten van Lucy Mahieu en Willy Trimbach te danken dat er toen weer schot kwam in het georganiseerde Waalwijkse zwemleven. In 1951 was Neptunus zo sterk dat de Waalwijksche Zwemvereeniging haar hele hebben en houden, inclusief de naam, overdroeg aan de jonge club.

Vanuit een roeiboot krijgt Betsie Slaats zwemles aan de haak van haar vader Sjef Slaats, circa 1927(Foto GAW, nr.42526).


Badmeesters

Vanaf het begin had de zwemvereniging ook een eigen badmeester in dienst. Hij hield toezicht, gaf zwemlessen en uiteraard hoorde ook het redden van drenkelingen tot zijn taken. De eerste was Sjef Slaats. Hij zwom blijkbaar vroeger altijd in het kanaal van Drunen naar Waalwijk en dat was voor het bestuur voldoende bewijs van zijn vakbekwaamheid. Sjef is niet alleen beroemd vanwege het zwembad, maar ook door de kolenzaak die hij voerde. Door zijn werk op het zwembad kende hij zoveel mensen, dat die zaak vanaf het begin buitengewoon goed liep. Het verhaal gaat zelfs dat het bij herhaling is voorgekomen dat Sjef onder werktijd kolen moest gaan bezorgen en dat zijn vrouw en kinderen dan voor badmeester speelden. Na Sjef Slaats kwamen Helmut Frötscher en de heren Koole en Reitsma. Onder hun leiding werden jaarlijks onder andere de Waalwijkse Zwemfeesten georganiseerd, waarbij gezwommen werd om de titel kampioen van Waalwijk.

Zwemwedstrijden

De Hoefswiel was niet alleen opengesteld voor recreatief zwemmen en de Waalwijkse kampioenschappen, er werden ook hele officiële wedstrijden gehouden, zoals bijvoorbeeld de districtswedstrijden in 1953, waarvoor de 50-meterbanen werden uitgezet met vaten (die geleend werden van de firma Kemperman), steigerplanken en palen. De toeschouwers kregen waar voor hun geld. Ze konden niet alleen de wedstrijd bekijken, maar van zo’n dag werd een waar spektakel gemaakt met demonstraties schoonspringen, kunstzwemmen, gecostumeerd zwemmen enzovoort enzovoort.

In 1954 werd nabij de Hoefswiel een nieuw zwembad aangelegd dat de naam Het Hoefsven kreeg.

Afbeeldingen

Appendix

Bronnen


De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Ineke van den Houdt-Swinkels overgenomen uit ‘Zo was het vroeger … aan het Hoefsven,’ De Klopkei, 34e jaargang, 2e kwartaal 2010.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen