Willem de Bie

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Willem de Bie
Afbeelding gewenst
Persoonsgegevens
Naam Willem de Bie
Geboren Waalwijk, 17-11-1630
Overleden Versailles (FR), 06-04-1696
Burgerlijke staat Ongehuwd
Overige gegevens
Beroep(en) koopman, Raad en Secretaris van koning Lodewijk XIV van Frankrijk, Premier Commis des Finances.


Willem de Bie (Waalwijk, 17 november 1630 - Versailles (FR), 6 april 1696) was een zoon van de Waalwijkse schepen Thomas Adriaanse de Bie en Adriana Willem Janse Herinx. Hij was koopman, Raad en Secretaris van Koning Lodewijk XIV van Frankrijk en 'Premier Commis des Finances.' Hij overleed ongehuwd op 6 april 1696 op het kasteel van Versailles.

Bestand:Schloss-Versailles.jpg
Het kasteel van Versailles in 1715, schilderij van Pierre-Denis Martin (foto Wikipedia).

Met de bedoeling hem in de geheimen van de 'coophandel’ in te wijden, werd Willem als veertienjarig knaapje op 3 augustus 1645 door zijn vader - die afstamde van een familie die generaties lang bestuursfuncties vervulde - in de leer gedaan bij Jean Herinx te Parijs. Deze man was een neef van Willems moeder Adriana. Jean was geboren in ‘s-Hertogenbosch en rond 1631 gaan wonen en werken bij de eveneens uit 's-Hertogenbosch afkomstige Hendrick Oliviers van Berchuysen en diens echtgenote Marie Pijnappels, die in Parijs een handels- en bankiershuis hadden. Na het overlijden van Hendrick in 1642 zette Jean -inmiddels getrouwd met een dochter van zijn baas - de firma samen met zijn schoonmoeder voort. Jean Herinx verkeerde in Frankrijk in de hoogste kringen en genoot veel aanzien. Hij deed onder andere veelvuldig zaken met de bekende minister Colbert en stond ook bij koning Lodewijk XIV in een goed blaadje. Eind 1648 moet Willem zijn stageperiode afgerond hebben, want vanaf januari 1649 trad hij regelmatig op als officieel vertegenwoordiger van zijn baas. Uit de lovende woorden die de leden van de families Oliviers en Herinx tot in lengte van jaren over hem spraken, kan alleen maar geconcludeerd worden dat hij zich op uitmuntende wijze van zijn taken gekweten heeft en veel voor het bankiershuis heeft betekend. Ook bij de relaties van Oliviers & Herinx bleven Willems kwaliteiten niet onopgemerkt, want in 1653 ging hij werken voor Barthélemy Hervart.

Barthélemy Hervart werd in 1607 in Lyon geboren als zoon van een protestantse Duitse bankier. Hij werd de rijkste man van zijn tijd genoemd en stond bekend als ‘bankier van de koning.' Als dank voor bewezen diensten werd hij achtereenvolgens benoemd tot lid van de Raad van State, 'Intendant des Finances' en, ondanks het verzet van de katholieken, tot ‘Contrôleur Général des Finances.' Willem hield zich niet alleen bezig met Barthélemy's uitgebreide zakenimperium, maar assisteerde zijn baas in 1664 en 1665 ook als commies op de Contrôle Général,' zeg maar het ministerie van Financiën. Hier moet hij kennis hebben gemaakt met Jean-Baptiste Colbert (1619- 1683), die in 1661 benoemd was tot 'Intendant des Finances' en binnen afzienbare tijd zou uitgroeien tot Frankrijks machtige Eerste Minister.

Bestand:Portret colbert.jpg
Portret van Jean-Baptiste Colbert door Claude Lefebvre (foto Wikipedia).

Een van de speerpunten van Colberts beleid was het stimuleren van de Franse industrie, waartoe hij allerlei zogenaamde ‘Manufactures Royales' oprichtte en daarvoor ook actief op zoek ging naar aandeelhouders. Willem de Bie moet er in die tijd al warmpjes bij hebben gezeten, want in 1666 werd hij directeur-grootaandeelhouder van de 'Compagnie Royale des Points de France,' de Koninklijke Onderneming van Franse Kantfabrieken. Een organisatie die, verdeeld over 52vestigingen, in 1669 een personeelsbestand van 20.000 'arbeidsters' had. Met recht een gigantische onderneming te noemen. In hetzelfde jaar werd Willem daarnaast ook een van de belangrijkste aandeelhouders van de 'Manufacture Royale des Bas de Soye de France.' In deze hoedanigheid heeft hij eind augustus 1670 in een persoonlijk onderhoud met koning Lodewijk XIV zijn zorgen over een toen dreigend geval van arbeidsonrust besproken.

Teneinde zijn 'manufactures' verder te vervolmaken, koos Colbert uit ‘zijn meest bekwame vertrouwelingen’ een aantal personen die hij benoemde tot algemeen inspecteur. Zij hadden tot taak hem van het reilen en zeilen van de ondernemingen op de hoogte te houden, maar ook om bijvoorbeeld nieuwe wetgeving voor te bereiden en hem omtrent allerlei zaken advies uit te brengen. Ook Willem de Bie behoorde tot dit selecte gezelschap. De samenwerking met Colbert moet van dien aard geweest zijn dat die bij de koning een goed woordje heeft gedaan voor Willems naturalisatie, die in augustus 1670 zijn beslag kreeg. In de ‘Lettre de Naturalité,’ waarmee de jongen uit `Valwick' Fransman werd, werd verwezen naar zijn werkzaamheden voor de 'Manufactures Royales' en het document was zowel door de koning als door Colbert ondertekend.

Bestand:Lodewijk XIV zittend.jpg
Koning Lodewijk XIV (foto Wikipedia).

Eind 1676 overleed Barthélemy Hervart, bij wie Willem ook nog steeds In dienst was, en van hem erfde hij het ambt van Raad en Secretaris van de Koning. Nadat een ballotagecommissie zich positief over Willems 'deugdzaamheid' had uitgesproken, werd hij op 18 februari 1677 geïnstalleerd als `Conseil Secrétaire du Roy, Maison, Couronne de France et de ses Finances,' zoals de volledige titel luidde. Raad en Secretaris van de Koning was een populair ambt, omdat men was vrijgesteld van een aantal belastingen, eventuele rechtszaken voor een speciale rechtbank gevoerd werden en men na twintig jaar trouwe dienst in de adelstand werd verheven en de titel 'escuyer' kreeg. Op het moment dat Willem secretaris van de koning werd, had hij maar liefst 239 collega's. Er was in die tijd aan het hof natuurlijk veel te schrijven, maar bovendien betekende de verkoop van deze (en andere) ambten een belangrijke bron van inkomsten voor de koning. Omdat hij het waarschijnlijk te druk had met zijn nieuwe baan, diende Willem begin 1688 zijn ontslag in en hoewel hij op dat moment nog geen elf jaar in functie was, ontving hij op 23 januari van dat jaar de zogenaamde ‘Lettre d'Honneur.’ 'Wegens de goede diensten die onze geliefde en trouwe Raad en Secretaris Guillaume de Bie ons verleend heeft in de verschillende functies die wij hem hebben toevertrouwd alsmede In het ambt dat hij momenteel uitoefent ' werd Willem daarmee door Lodewijk XIV in de adelstand verheven. Hij mocht zich voortaan 'jonker Willem de Bie, honorair Raad en Secretaris van de Koning' noemen. Het ambt dat hij op dat moment uitoefende, was dat van 'Premier Commis des Finances,' te vergelijken met een tegenwoordige directeur-generaal op een ministerie.

Als opvolger van Colbert, die in 1683 overleed, had de koning Claude le Peletier benoemd tot minister van Financiën. Deze was absoluut niet tevreden over het werk van de toenmalige Eerste Commies en ging dus op zoek naar een plaatsvervanger. In zijn ogen kwam uitsluitend Willem de Bie voor deze functie in aanmerking, omdat hij over de benodigde capaciteiten beschikte, rechtschapen was en de hoogachting van velen genoot. Na veel wikken en wegen besloot Willem de baan te aanvaarden en zo werd hij op 21 november 1684 benoemd tot een van de hoogste ambtenaren van het land. En dat zou hij blijven tot aan zijn dood. Hij reisde regelmatig met het hof mee en had op de kastelen van Fontainebleau en Versailles, in de zogenaamde ministersvleugel, zijn eigen appartement. Ondanks de ietwat bescheiden aandoende titel, was de 'Premier Commis des Finances' een belangrijk persoon. Hij werd geacht op elk moment op de hoogte te zijn van de inhoud van de koninklijke schatkist, diende alle transacties te verifiëren van iedereen die ook maar iets met 's lands financiën van doen had en had uitdrukkelijk ook een adviserende rol. Hij was immers van alle zaken op de hoogte. Daarnaast moest er maandelijks een overzicht van de inkomsten en uitgaven voor de koning gemaakt worden. In het door Colbert ingevoerde boekhoudsysteem bleken echter enkele hiaten te zitten, waardoor niemand ooit precies wist hoe het met de schatkist gesteld was. Willem voerde daarom een aantal wijzigingen door, waarover Le Peletier in juni 1691 aan de koning schreef: ' De heer De Bie is in 1685 begonnen met het bijhouden van de boeken op een wijze die een zodanige en exacte controle van de inkomsten en uitgaven vormt, dat het onmogelijk is zich te vergissen.'

Ook op sociaal gebied was Willem actief. Wellicht al eerder, maar in ieder geval vanaf 1692 was hij namelijk directeur van het`Hôpital Général.’ Dit was enerzijds een opvangcentrum voor de 'goede armen’ die een verwijzing hadden van hun pastoor -denk bijvoorbeeld aan weeskinderen en mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking- en anderzijds een tuchthuis voor zwervers, dieven, deserteurs, ‘luiaards en vrouwen van schandelijk gedrag.' De directie diende te zorgen voor huisvesting, voeding, onderwijs, werk en de financiering van al die zaken voor de tien- tot vijftienduizend bewoners. Minimaal een dag per week besteedden de directieleden, zonder uitzondering mannen van onbesproken gedrag uit de hogere burgerij, aan hun werkzaamheden voor het Hôpital Général. Zij werden benoemd voor het leven en werkten onbezoldigd. In ruil daarvoor genoten ze de speciale bescherming van de koning en waren ze vrijgesteld van een aantal belastingen.

Van het salaris dat Willem als Premier Commis verdiende, heeft hij naar verluidt nooit een ‘sou' in eigen zak gestoken: hij gaf alles weg aan de armen omdat hij het als een morele plicht zag hen in zijn weelde te laten delen. Naast zijn betrekkingen in loondienst heeft Willem gedurende een aantal jaren ook nog voor eigen rekening handel gedreven en de opbrengsten goed belegd. Bij zijn overlijden liet hij, behalve zo'n 450 boeken, wandtapijten en een groot aantal schilderijen -waaronder werken van beroemde meesters die nu in musea verspreid over de gehele wereld hangen- een vermogen na van 475.000 ‘livres,' te vergelijken met ruim dertig miljoen tegenwoordige euro's. Behalve een bijzonder gewaardeerd overheidsdienaar, mag hij dus ook een geslaagd koopman genoemd worden.

In de Nederlandse gemeenschap in Parijs moet Willem een vooraanstaande positie ingenomen hebben. Zijn voormalige land- en stadsgenoten wisten hem in ieder geval te vinden. Zo leende hij bijvoorbeeld een som geld aan de dochter van Willem Boreel -van 1650 tot 1668 ambassadeur en extraordinaris ambassadeur der Nederlanden in Frankrijk - en onderhield hij betrekkingen met de van oorsprong Bossche familie Van Kessel. Ook zou Willem zijn invloed aangewend hebben om zijn Waalwijkse neefjes -de zoon en schoonzoon van zijn zus Aldegonda en haar man Jan Peterse van Isendoorn, beiden directeur van de `Société des Charbons' in Decize -een lucratief overheidscontract te bezorgen. Daarnaast bemiddelde hij onder andere nog in een financieel conflict waarbij, naast enkele andere Nederlanders, ook de uit Waalwijk afkomstige Gijsmaer van Heijst betrokken was.

Waalwijk mag trots zijn op deze zoon, die zijn geboortestad al in de gouden eeuw op de kaart zette.


Appendix

Bronnen

  • L.Adriaensen, artikelenreeeks 'Familie Herincx' in: De Brabantse Leeuw, 2006-2007.
  • Archives de Paris (Stadsarchief Parijs).
  • Archives communales Versailles (Gemeentearchief Versailles).
  • Archies Nationales, site de Paris (Nationaal Archief Frankrijk te Parijs).
  • Claude Badalo-Dulong, Banquier du Roi: Barthélemy Hervart 1606-1676 (Parijs 1951)
  • Bibliothèque Nationale de France (Nationale Bibliotheek Frankrijk).
  • P. Boissonnade, Colbert - Le Triomphe de l'Etatisme (Parijs 1932).
  • Christine Favre-Lejeune, Les secrétaires du Roi de Ia Grande Chancellerie de France (Parijs 1986)
  • Ineke van den Houdt-Swinkels, 'Sieur Guillaume de Bie, een veelzijdig Waalwijker aan het hof van Lodewijk XIV' in: De Klopkei (32e jaargang, 1e en 2e kwartaal 2008), bevat tevens gedetailleerde bronvermeldingen.
  • Minutier Central (Notarieel Archief Parijs)

De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteur Ineke van den Houdt-Swinkels en uitgever Erfgoed Brabant overgenomen uit Brabantse Biografieën 8, Sprang-Capelle, Waalwijk, Waspik. Zie voor meer Brabantse biografieën de website van Thuis in Brabant.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen