Vredegerecht

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Het Vredegerecht in Waalwijk werd in 1811 ondergebracht in het raadhuis, vanaf 1824 werd recht gesproken in een herberg.

Kort na de inlijving bij Frankrijk werd middels Keizerlijk Decreet van 18 oktober 1810 de rechterlijke indeling voor ons land vastgesteld, waarbij in elk kanton een vredegerecht werd opgericht. Waalwijk was hoofdplaats van het gelijknamige kanton, waartoe verder behoorden de gemeenten Baardwijk, Besoijen, Capelle, Drunen, Engelen, ’s-Gravenmoer, Nieuwkuijk en Onsenoort, Raamsdonk, Sprang, Vlijmen, Vrijhoeve-Capelle en Waspik.

Het Waalwijkse vredegerecht hield aanvankelijk zitting in het toenmalige raadhuis. Na de grote stadsbrand van 1824 werd uitgeweken naar het Oud Waalwijksch Koffijhuis, een herberg naast de kerk, die werd uitgebaat door Antonie G.F. van Heijst. Deze Antonie was een zoon van vrederechter Van Heijst.

De rechtszittingen vonden plaats in de gelagkamer, in aanwezigheid van de koffiehuisgasten. Er was geen opbergruimte voor toga en wetboeken en het aanwezige meubilair was slecht. Van Heijst, die in 1838, toen de vredegerechten werden opgeheven en vervangen door kantongerechten, ook benoemd werd tot kantonrechter, nam er echter genoegen mee. Deze situatie duurde daarom voort tot het aantreden van zijn opvolger Gerris in 1843.

Bronnen


  • Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), Historisch overzicht in de inleiding op de inventaris van de archieven van de Rechtbanken in Noord-Brabant, toegang nr. 21.
  • J. van Spijkerhof, Het kantongerecht en de herberg, De Klopkei (10e jaargang, 3e kwartaal 1986).

Zie ook

Externe links


Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen