Veur en aachter

Uit WaalwijkWiki
Versie door Inekevandenhoudt (Overleg | bijdragen) op 8 mei 2013 om 22:32

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
De spoorwegovergang die Waalwijk in ‘veur’ en ‘aachter’ verdeelde (GAW, fotonr. 10087)

In februari 1901 werd in Waalwijk een nieuwe parochie gesticht. Van de parochie St. Jan de Doper werd het deel ten zuiden van de spoorlijn afgesplitst. Kapelaan Kuijpers van de parochie St. Jan werd pastoor van de nieuwe St. Antoniusparochie. Hij bouwde een nieuwe kerk, werd op 28 april 1902 als pastoor geïnstalleerd en kon daags daarna de nieuwe kerk inzegenen. Gedurende ruim 50 jaar ontwikkelde de nieuwe parochie zich erg traag. Rond 1910 was alleen de westzijde van de St. Antoniusstraat bebouwd. De rest van de bebouwing was gelegen aan de Eerste en Tweede Zeine en verder waren er nog wat afgelegen boerderijen. Tussen 1917 en 1925 werd de oostzijde van de St. Antoniusstraat bebouwd en werden de St. Crispijnstraat en het St. Antoniusplein aangelegd. Daarmee was het tot ongeveer 1950 wel bekeken.

Door de stichting van de nieuwe parochie werd Waalwijk in twee stukken verdeeld (Baardwijk en Besoijen waren toen nog zelfstandige gemeenten). De spoorlijn vormde de grens tussen de twee delen van Waalwijk en die grens zou tientallen jaren voelbaar blijven. Waalwijk was verdeeld in ‘veur’ (voor) en ‘aachter’ (achter). Vanuit de St. Antoniusparochie lag ‘veur’ over de spoorlijn; aan de andere zijde lag ‘aachter’ achter de spoorlijn.

Economisch en maatschappelijk was de St. Antoniusparochie praktisch geheel op ‘veur’ aangewezen. Er waren twee bakkers (Pan van Eeuwijk en Gerrit Verhoeven) , twee kruideniers (Thomas van Kempen en André van Hilst) en nog enkele kleine winkeltjes. Café’s waren er meer: Van Wel, Kemperman, Fransen, Van Beers, Van Daalen (de Lindeboom), Trompen, Pullens, Kroot (Galgenwiel) en Smolders (de Knip). Later volgden nog enkele schoenfabriekjes (G. Vrinte, J. Massuger, Gebr. De Graaff, H. de Kort) en een meubelfabriek aan de Eerste Zeine.
Voor praktisch alle andere zaken waren de bewoners van de St. Antoniusparochie aangewezen op het Waalwijk ten noorden van de spoorlijn. Ze moesten voor alles ‘noar vurre,’ of wat nader aangeduid: ‘noar vurre on de straot,’ waarmee de Grotestraat werd aangegeven. ‘Veur’ zat ook het ‘groot.’ Met het ‘groot’ werd bedoeld het bestuurlijk apparaat, de fabrikanten, de kapitaalkrachtigen enzovoorts. ‘Veur’ beschouwde ‘aachter’ als een aanhangsel wat er was maar bijna niet meetelde. Het was ‘het Heike,’ hoewel er nergens hei te bekennen was.

Alle kinderen uit de St. Antoniusparochie moesten ‘veur’ naar school. Pastoor Kuijpers kreeg, na negen jaar daarvoor geijverd te hebben, nonnen in de parochie. Het waren de zusters Dochters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Een Franse orde, die zich voor het eerst in Nederland vestigde. Op 30 maart 1911 werden zij feestelijk ingehaald. Ze vestigden zich in twee huizen in de St. Antoniusstraat en begonnen daar een ‘bewaarschool’ (kleuterschool) en belastten zich met de ziekenzorg in de wijkverpleging. In 1916 betrokken zij een nieuw klooster in de Eerste Zeine, waarvoor Pieter Wijten de grond had geschonken. Er waren toen in Waalwijk twee soorten nonnen: ‘de nonnen van veur’ (de zusters van J.M.J.) en ‘de nonnen van aachter.’ ‘De nonnen van veur’ kwamen nooit ‘aachter.’ De ‘nonnen van aachter’ kwamen door geheel Waalwijk voor de wijkverpleging. Zuster Alfonsien was een zeer bekende en geziene figuur.

Langzaam werd ‘aachter’ minder afhankelijk van ‘veur.’ In de St. Crispijnstraat werd op 17 september 1928 een nieuwe, door het kerkbestuur gebouwde, kleuterschool in gebruik genomen. Groot was de vreugde van pastoor Kuijpers toen op 21 november 1928 een R.K. lagere school voor meisjes, de St. Antoniusschool, door hem werd ingezegend. Maar nog groter was de vreugde van pastoor Verhagen op 21 november 1950 bij het ingebruiknemen van de R.K. Lagere School voor jongens, de Aloysiusschool, en een R.K. school voor ULO-onderwijs, de Michaël-ULO, aan de Pastoor Kuijpersstraat. De St. Antoniusparochie had voortaan eigen onderwijsinstellingen.

In het eerste naoorlogse bestemmingsplan van Waalwijk ‘Waalwijk in onderdelen 1948’ was slechts voorzien in een kleine uitbreiding van de St. Antoniusparochie. Maar de werkelijkheid werd anders. Door de stormachtige groei van Waalwijk werd de St. Antoniusparochie de grootste parochie van Waalwijk en daarmee verdwenen ook de begrippen ‘veur’ en 'aachter’.


Appendix

Bronnen

Met toestemming overgenomen uit: Sjef Vugts, ‘Waalwijk veur en aachter,’ De Klopkei, 15e jaargang, 1e kwartaal 1991.

Zie ook

Beeld van een non

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen