Leon Hartog

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Leon Hartog
Collectie SALHA, gedeelte van fotonr. 10291, foto A. Oudkerk
Collectie SALHA, gedeelte van fotonr. 10291, foto A. Oudkerk
Persoonsgegevens
Volledige naam Leon Hartog
Geboren Waalwijk, 08-09-1872
Overleden Sobibor (PL), 21-05-1943
Burgerlijke staat Gehuwd met Annette Citroen
Overige gegevens
Beroep(en) Koopman, handelsagent, commissionair in effecten
Bijzonderheden overlijden Vernietigingskamp
Laatste adres Sprang-Capelle

Leon Hartog (Waalwijk, 8 september 1872 – Sobibor (PL), 21 mei 1943) was een zoon van koopman Mozes Hartog en Kaatje Goudsmit. Hij trouwde in 1903 te Amsterdam met Annette Citroen (1878-1939) en verdiende de kost als respectievelijk koopman, handelsagent en commissionair in effecten. Van 28 mei1926 tot aan de verkiezingen van 1927 was hij gemeenteraadslid in Waalwijk.

Behalve dat hij deels is opgevoed door zijn in Besoijen woonachtige grootouders, is over de jonge jaren van Leon Hartog niet veel bekend. Dat verandert als hij zich met zijn echtgenote op 24 augustus 1918 vanuit ’s-Hertogenbosch weer in Waalwijk vestigt. Het paar bewoonde toen kort het pand Grotestraat 193 en verhuisde waarschijnlijk nog in hetzelfde jaar naar Grotestraat 315, het pand dat Leon toen kocht van zijn naamgenoot Jacob Hartog.

In oktober 1925 werd Leon Hartog door burgemeester Moonen gevraagd zitting te nemen in het Oranje-Comité, opgericht als plaatselijke afdeling van het landelijke Oranje-Comité 1926 dat zich inspande om de koningin en haar echtgenoot bij gelegenheid van hun zilveren huwelijksfeest in 1926 een huldeblijk aan te bieden. Op 3 november 1925 werd de commissie, naast Hartog bestaande uit de heren W.B. Blokhuis, M. van Driel, Adr. De Graaff, Ds. Louwe Kooijmans, pastoor N. van Riel, Jan Tielen en Hendrik Wiesman, op het gemeentehuis plechtig geïnstalleerd.[1]

Op 28 mei 1926 nam Leon Hartog in de gemeenteraad namens de Vrijzinnig Democraten officiëel de plaats in van de naar elders vertrokken belastinginspecteur C. Roggeveen. Tijdens zijn raadslidmaatschap was hij onder meer lid van de Commissie van Bijstand voor de gemeentelijke Licht- en Waterleidingbedrijven. Bij de verkiezingen van 1927 gingen enkele leden van de Vrijzinnig Democratische Bond een lijstcombinatie aan met de SDAP onder leiding van de socialistische directeur van de Rijksvakschool H. van der Waerden. Hartog handhaafde een eigen eenmanslijst namens de vrijzinnig democraten. Hoewel hij zijn zetel aan de Verenigde Democraten (SDAP en Vrijzinnig Democratische Bond) verloor, wist hij toch nog 73 stemmen op zich te verenigen. Dit mag opmerkelijk heten daar de Waalwijkse joodse gemeenschap inmiddels sterk was afgenomen en uit niet meer dan een twintigtal leden, waaronder kinderen en enige buitenlanders, bestond. Ook bij de verkiezingen van 1931 kreeg Hartog als lijsttrekker van de vrijzinnig democraten onvoldoende stemmen (93) om in de raad te komen. Hoewel van korte duur, mag het raadslidmaatschap van een jood in het katholieke Waalwijk toch kenmerkend heten voor de leidende rol die de joden het interbellum in onze industriegemeente vervulden.[2]

In 1932 werd Leon Hartog lid van het Algemeen Crisiscomité Waalwijk; vanaf tenminste 1926 was hij daarnaast secretaris van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen afdeling de Langstraat en in 1932 werd hij genoemd als penningmeester van het Nutsdistrict Noord-Brabant. [3] Hartog was ook lid van de plaatselijke Filmcommissie, die het college van burgemeester en wethouders adviseerde welke films in Waalwijk wel of juist niet vertoond konden worden.

Na het faillissement van zijn bedrijf in 1933 verhuisde Leon met zijn huishoudster (zijn echtgenote verbleef al sinds 1922 in een tehuis in Vught en zou daar in 1939 overlijden) in mei 1934 naar Sprang-Capelle. Hij bleef echter in Waalwijk actief voor de Joodse gemeente, waarvan hij voorzitter was en die hij vertegenwoordigde in het Synagogaal Ressort Noord-Brabant. Onder Leons leiding werd de plaatselijke synagoge, waarin gedurende 17 jaar geen diensten meer waren gehouden, volledig gerestaureerd en op 15 december 1935 weer plechtig in gebruik genomen.[4]

Op het persoonlijke vlak had Hartog plezier in het fokken van pluimvee. Op de jaarlijkse tentoonstellingen van de Waalwijkse Pluimveevereniging sleepte hij in de jaren ’30 met zijn Wyandottes, Orloffs en Orpingtons vele ere- en eerste prijzen in de wacht.

Leon Hartog overleed op 21 mei 1943 in het vernietigingskamp Sobibor (PL). Twee maanden later vond zijn zus Louise de dood in hetzelfde kamp.


Inhoud

Afbeeldingen

Appendix

Bronnen


  • SALHA, Bevolkingsregister Waalwijk.
  • ’Geschiedenis van de Joden in Waalwijk 1690-1945,’ De Klopkei (14e jaargang, 2e kwartaal 1990).

Voetnoten


  1. De Echo van het Zuiden, 21 oktober en 4 november 1925.
  2. Joost Rosendaal, ‘De Joodse bevolking van Waalwijk en Besoijen (1690-1940). Een reconstructie.’ De Klopkei (14e jaargang, 2e kwartaal 1990).
  3. Tilburgsche Courant, 8 juni 1926 en Nieuwsblad Heusden en Altena, 6 en 29 januari 1932.
  4. Nieuw Israelietisch Weekblad, 20 december 1935.

Externe links


Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen