Franciscus Wilhelmus van Liempt

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Frans van Liempt
Collectie SALHA/GAW, fotonr.10479
Collectie SALHA/GAW, fotonr.10479
Persoonsgegevens
Naam Franciscus Wilhelmus van Liempt
Geboren Bokhoven, 12-04-1841
Overleden ‘s-Hertogenbosch, 29-11-1916
Burgerlijke staat Gehuwd met Johanna Catherina Verhoeven
Overige gegevens
Beroep(en) Gemeentesecretaris


Franciscus Wilhelmus (Frans) van Liempt (Bokhoven, 12 april 1841 – ’s-Hertogenbosch, 29 november 1916) was de oudste zoon van Adriaan van Liempt en Martina Pijnenborg. Hij trouwde op 9 augustus 1876 met Johanna Catherina Verhoeven, met wie hij twaalf kinderen kreeg. Frans van Liempt was gemeentesecretaris.

Vader Adriaan was een telg uit een Vughtse metselaarsfamilie, die zich rond 1840 in Bokhoven vestigde als een meerster-metselaar. Diens werk en aapak – hij was ‘een goed en braaf persoon’ – werd gewaardeerd. Begin 1843 kwam Adriaan in de gemeenteraad; in 1853 als wethouder. De openbare functie van zijn vader heeft ongetwijfeld de beroepskeuze van Franciscus van Liempt beïnvloed.

De functies die Frans in zijn loopbaan bekleed heeft, tonen aan dat zijn kennis van de gemeenteadministratie en het staatsrecht gedegen moet zijn geweest. Het kan daarom niet anders zijn dan dat hij daarin een goede opleiding heeft genoten. Welke dat was, is echter niet meer na te gaan. Waarschijnlijk was het geen kostschool, want hij is niet uit het Bokhovense bevolkingsregister uitgeschreven geweest. In ’s-Hertogenbosch zat het stedelijk gymnasium en vanaf 1861 de Kweekschool, maar geen enkele toenmalige opleiding richtte zich specifiek op het openbare administratieve ambt. Gebruikelijk was dat men volontair werd op een gemeentehuis en daar een opleiding kreeg, meestal van de gemeentesecretaris.

Frans werd vrijgeloot voor de Nationale Militie en vervulde als sergeant-majoor zijn dienstplicht bij de rustende schutterij met als standplaats Heusden. Op zijn 23e benoemde de Bokhovense gemeenteraad hem uit twee kandidaten, beiden zonen van raadsleden, tot gemeentesecretaris. Zijn kantoor was in de raadskamer, die onderdeel uitmaakte van het schoolgebouw annex onderwijzerswoning annex brandspuithuisje. Zeven jaar na zijn aanstelling in Bokhoven werd hij gemeentesecretaris in Waalwijk. Door het college van B&W was hij daarvoor als eerste uit twee kandidaten aan de raad voorgedragen. In de raadsvergadering van 5 september 1871 werden nóg twee kandidaten voor de functie opgevoerd. Frans werd echter met ruime meerderheid benoemd.

Frans zorgde ervoor dat zijn kinderen goed en extern werden opgeleid. Zijn wedde als gemeentesecretaris was daarvoor onvoldoende. Vandaar dat hij extra inkomsten verwierf met de agentuur van verzekeringsmaatschappijen, het voeren van een groothandel in wijn en het bouwen van acht werkmanswoningen achter in zijn tuin, die hij vervolgens verhuurde. Twee van zijn zonen werden gemeentesecretaris, een werd burgemeester en een notaris. Vijf dochters kregen een opleiding tot onderwijzeres. Drie daarvan traden in bij de Franciscanessen in Oirschot en werden later schoolhoofd. Een van die drie stichtte in Wassenaar twee scholen voor voortgezet onderwijs. Om te voorkomen dat ook zijn jongste dochter in het klooster trad, wilde hij haar de geneugten van een leven buiten het klooster laten ervaren. Met haar oudste broer Ad als begeleider werd zij een weekend naar Brussel gestuurd. Ad woonde in Valkenswaard en dat werd het vertrekpunt van de reis. In Valkenswaard, waar de kermis was, werd al duidelijk dat de missie mislukken zou. Van het bezoek aan Brussel werd afgezien. In plaats daarvan werd gekozen voor een toekomst bij de Franciscanessen in Oirschot.

Frans zorgde ervoor dat zijn zonen en andere familieleden op het gemeentehuis als ambtenaar of volontair ervaring op konden doen. Er is, volgens de overlevering, zelfs een moment geweest waarop het Waalwijkse gemeentehuis ´het Van Liempthuis´ werd genoemd. Zijn kennis en ervaring inzake de staatsinrichting droeg hij als leraar, begeleider en examinator over op jonge ambtenaren die ook secretaris wilden worden.

Van Liempt was wars van persoonsverheerlijking en ging waar hij voor stond. Dat laatste bracht hem soms op gespannen voet met ´decorum-bestuurders’ die, niet gehinderd door kennis, op basis van hun positie zaken wilden doordrijven. Hij opereerde in die situaties zonder zaken te laten escaleren en zonder dat zijn werk en de voortgang van de gemeentelijke administratie daar onder leed. Op charmante wijze en met steun van invloedrijke vrienden wist hij dikwijls zijn gelijk te halen. Een voorbeeld daarvan zien we in 1883, toen burgemeester F.A.D. van der Klokken een, naar het inzicht van Van Liempt, overbodige vergadering uitschreef. Van Liempt wist deze te voorkomen met een memo aan de wethouder met de tektst ‘… als u nu ook wegblijft zit de Grand Seigneur alleen. Het is werkelijk goed dat hij aldus wordt behandeld’.

In dit verband valt het op dat de raad hem steeds steunde. Zijn grote inzet, kennis en verstandig optreden in allerlei kwesties waren daar zeker debet aan. Zo stemde de raad in 1887 bijvoorbeeld met grote meerderheid vóór zijn door Gedeputeerde Staten voorgestelde weddeverhoging en wenste daarin zelfs nog verder te gaan. Dit in tegenstelling tot een soortgelijk voorstel voor de burgemeester. Overigens was zijn verstandhouding met latere burgemeesters goed en vruchtbaar. Frans genoot vertrouwen en was in veel gevallen de vertegenwoordiger en spreekbuis van het gemeentebestuur. Zo was hij actief bij de organisatie van tentoonstellingen voor de promotie van Waalwijkse producten, in de commissie tot wering van schoolverzuim, het gemeentelijk armbestuur, de gemeentelijke ‘Teekenschool’ (voorloper van de ambachtsschool), de ‘Langstraatse Administratieve Vereeniging’. Steeds weer toonde hij zich een creatief secretaris en vertrouwenspersoon. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij ook werd gevraagd als secretaris-penningmeester van de twee Waalwijkse polderbesturen en daar zijn sporen verdiende.

De rest van zijn leven bleef Frans voor Waalwijk werken. Het tijdsgewricht was er een van grote vernieuwingen op het gebied van economie, industrialisatie, vervoer, infrastructuur, landgebruik en functioneren van de maatschappij. De huisnijverheid verplaatste zich naar arbeid in fabrieken. Er werden spoor- en tramwegen aangelegd. Wegen werden geschikt gemaakt voor meer en zwaarder verkeer. De aanpak van de winterse wateroverlast leidde tot grote ruimtelijke ingrepen, waaronder de aanleg van de Bergse Maas. Waalwijk kreeg riolering, gas, elektriciteit, water, telefoon en uiteindelijk ook aansluiting bij een nationale tijdrekening. De schaarse vrije tijd werd gevuld met culturele activiteiten die georganiseerd moesten worden. Zijn inzet bij al deze ontwikkelingen was enorm. Geen enkele vernieuwing liet hij onbenut en hij spande zich steeds weer in om deze op de voor Waalwijk beste manier te benutten.

Een belangrijke manier om doelen te bereiken was dat Frans, van het mede-oprichten ervan in 1878, secretaris was van de Waalwijkse Kamer van Koophandel. In die functie heeft hij, samen met het bestuur onder voorzitterschap van zijn vriend Judocus Bern. Timmermans Wzn., belangrijke zaken op de agenda gezet. De voorbeelden zijn legio, zoals het streven naar een directe verbinding van de haven met de toen te graven Bergse Maas en de aanleg en regeling van de spoor- en tramlijnen. Ook bij het stimuleren en beschermen van de schoen- en lederindustrie zien we de persoon Van Liempt steeds terug.

Maar ook zijn persoonlijke doelen wist Frans te realiseren. Zo nam hij voor de boeren in de omgeving het initiatief en ontwierp de staturen voor een coöperatieve veeverzekering. Hij fungeerde regelmatig als belangenbehartiger van ambtenaren, schoenfabrikanten en leerlooiers. In de ‘Paulusvereniging’ hield hij gloedvolle betogen tegen drankmisbruik, wel opmerkelijk voor een groothandelaar in wijn. Niet minder opmerkelijk is het feit dat de uitbater van het vergaderlokaal tijdens die vergaderingen wel eens een rondje van de zaak schonk. Toen in 1881 de Russische pogroms begonnen, zette hij zich met enkele andere Waalwijkers in voor de vervolgde Russische Joden, dwars tegen het toen aanwezige, religieus getinte antisemitisme. Lokale cultureel-recreatieve instellingen als de Liedertafel Oefening en Vermaak, het koor Cecilia, de Kolfclub en de scherpschuttersvereniging hadden aan hem een nimmer aflatende organisator en bestuurder. De Waalwijkse dienstdoende schutterij was een plaatselijke instelling met als doel het handhaven van orde en rust. Van Liempt was er op voordracht van B&W auditeur van de schuttersraad, een functie vergelijkbaar met die van de auditeur-militair bij een krijgsraad. In die functie trad hij op als openbaar aanklager, als adviseur en – wederom – secretaris. De auditeur was het enige lid van de schuttersraad met een juridische scholing. Ook hieruit blijkt dat zijn opleiding van niveau moet zijn geweest.

Aan de archivalia zien we dat het gemeentelijk apparaat in de tijd van Frans behoorlijk functioneerde. Dat de toenmalige Commissaris van de Koninging Van Voorst tot Voorst daarover in 1895 negatieve opmerkingen maakte, vindt zijn oorzaak vooral in het overschrijden van termijnen waarin zaken aan de Provincie moesten worden voorgelegd. In de Waalwijkse archieven zijn daarentegen vele voorbeelden van ambtelijke deskundigheid terug te vinden. Dat maakt de secretaris van toen, in termen van vandaag, een goed vakman en manager. Op eigen verzoek werd Frans per 1 januari 1911 eervol ontslagen als gemeentesecretaris. Zijn door hemzelf opgeleide zoon Antoon – die na het overlijden van diens broer Johan zijn studie had moeten afbreken om ook op het Waalwijkse gemeentehuis te gaan werken – was inmiddels ‘eerste ambtenaar’ geworden. Het moet Frans genoegen hebben gedaan dat Antoon met algemene instemming tot zijn opvolger werd benoemd. Een plezierige bijkomstigheid daarbij was dat er daarom geen nieuwe ambtenaar aangetrokken hoefde te worden. De gemeentebegroting liet het daardoor toe om Frans twee derde van zijn oude traktement als pensioen te geven. Een pensioenregeling voor ambtenaren, waar hij zich sinds 1893 sterk voor had gemaakt, werd pas enkele jaren nadien ingevoerd. Vanaf 1910 was hij, wegens gezondheidsklachten, in zijn nevenfuncties steeds vaker afwezig. Zijn zoon Antoon verving hem dan. Begin 1916 moest Frans ook afscheid nemen van de Kamer van Koophandel, die hem bij deze gelegenheid uitbundig lof toezwaaide.

Op 29 november 1916 is Franciscus Wilhelmus van Liempt op 75-jarige leeftijd in het Bossche Gasthuis van de Broeders van Barmhartigheid overleden. In 2004 bewees de gemeenteraad van Waalwjk hem postuum eer met het naar hem vernoemen van een straat op het Waalwijkse bedrijventerrein Haven Zeven.

Appendix

Bronnen


  • BHIC, Archief Provinciaal Bestuur, toegang 17: diverse inventarissen (provinciaal blad 1852-1901, stukken Gedeputeerde Staten, inv. nr. 4588 dienstdoende schutterij Waalwijk); toegang 1085: inv. nr. 337 verslagen van rondreizen CdK A. van Voorst tot Voorst door de provincie en bezoeken aan gemeenten.
  • GAW, De Echo van het Zuiden, diverse data.
  • GAW, persoonlijk archief J. Timmermans Wzn.
  • GAW, verslagen en in – en uitgaande stukken raad en B&W, diverse data.
  • Ad J. van Liempt, ‘De verdwenen “Leeuwenkuil”aan de Winterdijk in Waalwijk,’ De Klopkei, 31e jaargang, 3e en 4e kwartaal 2007.
  • Ad J. van Liempt, webpagina ww.vanliempt.com/stamboom
  • Regionaal Archief Tilburg, archiefnr. 1148: diverse stukken over het Waterschap de Binnen- en Buitenpolder van Waalwijk.
  • J. Rosendaal, ‘Franciscus Wilhelmus van Liempt,’ De Klopkei, 28e jaargang, 4e kwartaal 2007.
  • J.G.M. Sanders, Voorwaarts… Mars! Onderzoeksgids voor defensiearchieven betreffende Noord-Brabant 1588-1974 (’s-Hertogenbosch 1996)
  • Stadsarchief ’s-Hertogenbosch, Nieuw Archief Gemeente Bokhoven 1827-1922, diverse verslagen van raad en B&W, correspondentie, registers en bestek bouw gemeentehuis

De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van auteurAd van Liempt en uitgever Erfgoed Brabant overgenomen uit Brabantse Biografieën 8, Sprang-Capelle, Waalwijk, Waspik. Zie voor meer Brabantse biografieën de website van Thuis in Brabant.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen