De film in Waalwijk, 1907-1992

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Dit jaar [1992] dreigt met de mogelijke opheffing van de Filmclub een definitief einde aan het Waalwijkse bioscoopwezen te komen. Tien jaar geleden ging de laatste "echte" bioscoop, Musis Sacrum in de Grotestraat, ter ziele. Door de opkomst van de televisie en videorecorder konden bioscopen in kleinere plaatsen niet genoeg publiek meer trekken. Vóór de jaren zestig heeft de film in Waalwijk echter een bloeitijd gekend. Bekende namen waren Flora, Marka, de Witte en de Nieuwe Bioscoop, Luxor en Musis Sacrum. De meeste was geen lang leven beschoren. Toch waren er meestal twee bioscopen tegelijkertijd in bedrijf.

Inhoud

De Grand Cinematograph

De eerste bekende filmvertoning in Waalwijk vond in 1907 plaats. Op zondag 13, dinsdag 15 en woensdag 16 januari vertoonde de reizende bioscoopexploitant Antoon Wegkamp met zijn "Grand Cinematograph" een aantal "hoogst interessante", "dramatische" en "geheel gekleurde" films. Een kaartje eerste rang kostte maar liefst twee kwartjes, tweede rang vijfentwintig cent. Plaats van handeling was concertzaal Musis Sacrum, die 31 jaar eerder opgericht was. Het programma bestond uit een reeks korte filmpjes, eenakters. Lange speelfilms waren zeldzaam. Daaronder waren smartlappen als ESMERALDA, OF DE ONSCHULDIG VEROORDEELDE en EEN KIND, GESTOLEN DOOR ZIGEUNERS, en lachsuccessen als BOER WILLEM IN DE HEKSENGROT en DE EERSTE RIT VAN EEN CHAUFFEUR.[1] Jammer genoeg weten we niets van de reacties van de Waalwijkers op het gebodene.

Lang hoefden ze niet op de volgende vertoning te wachten. In juli van dat jaar verscheen "The Américan Bioscope Electriek" van A.C. Wegkamp (niet dezelfde als Antoon) op de kermis. Deze bracht spektakelstukken als DE SCHEEPSRAMP VAN DE "BERLIN" NABIJ HOEK VAN HOLLAND en DE ROOVERHOOFDMAN OF DE KAPITEIN VAN KŐPENICK.[2] Wegkamps bioscooptenten had een indrukwekkend, bont geschilderd front. In het midden de kassa, links een draaiorgel, rechts de "locomobiel". Dit laatste was een lichtmachine niet minder dan 30 paardenkrachten sterk. Ook het draaiorgel was een attractie op zich. Wegkamp behoorde tot de tweede generatie van bioscoopexploitanten, de opvolgers van de filmpioniers. De mannen van het eerste uur waren in 1896 met het vertonen van films begonnen. Rond de eeuwwisseling was het nieuwtje eraf. De film kwam in een crisis. Na 1903 kwam er een nieuwe lichting exploitanten op, die een breder publiek trokken door meer de nadruk op de amusementswaarde te leggen.[3]

De Florabioscoop

In die begintijd waren er nog maar weinig vaste bioscopen. De exploitanten reisden met hun protserige mobiele filmpaleizen van kermis naar kermis. Pas na 1910 maakte de vaste bioscoop zijn opgang. In Waalwijk werd in 1911 de Florabioscoop opgericht. Deze woonde in in Musis Sacrum, waar tot dat jaar de reizende exploitant Antoon Wegkamp voorstellingen had gegeven. Tijdens de eerste voorstelling bracht zij, een half jaar na de werkelijke gebeurtenis, een film over DE SCHEEPSRAMP DER TITANIC. Een ware publiekstrekker moet de eigen verfilming van het uitgaan van de hoogmis in de Waalwijkse St. Janskerk zijn geweest.[4] Nog steeds was er geen sprake van een echte bioscoop. De film was slechts een onderdeel van het aanbod van Musis Sacrum. Daarnaast wist het theater allerlei vooraanstaande artiesten te engageren. Zo traden in januari 1913 en april 1914 de beroemde journalisten-chansonniers Max Blokzijl en Jean Louis Pisuisse in het Waalwijkse theater op.[5]

De Florabioscoop draaide wekelijks. Alleen tijdens de advent was er, op verzoek van de geestelijkheid, geen voorstelling. In de zomermaanden staakte de Flora haar werk. Ook het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was aanleiding voor een sluiting van enkele maanden.[6] Al spoedig steeg de populariteit van de bioscoop zodanig dat er lange rijen voor het loket ontstonden. In oktober 1919 mocht het publiek voor de eerste rang binnen kaartjes kopen. Het "gewone volk" bleef gewoon in de rij staan.

Bespreken was niet mogelijk. Men kon een half uur voor de film terecht. Nadrukkelijk werd het zitten en staan in zijgangen verboden.[7] Flora betrok haar film bij de bekende Franse filmmaatschappij Pathé. Uiteraard waren dit stomme films. De geluidsfilm werd pas in 1929 geïntroduceerd.[8] Zo'n zwijgende film werd muzikaal begeleid door pianospel of een orkest. Een zogeheten explicateur voorzag het geheel van commentaar. Het is duidelijk dat zo'n man met zijn toelichting films kon maken en breken.

Bioscoopverslaving

Met name voor de grote massa van fabrieksarbeiders werd de film een populaire bron van vermaak. Zij bood hen de gelegenheid om aan de dagelijkse sleur te ontsnappen. Het werk in de schoenfabrieken was zwaar en eentonig. Door te kijken naar films als DE WEG NAAR HET SUCCES en KONINGIN VAN DE WILDERNIS konden de schoenmakers en stiksters in een droomwereld vluchten. In een katholieke plaats als Waalwijk werd het succes van de bioscoop niet door iedereen toegejuicht. Tegenstanders van de film spraken afkeurend van een bioscoopverslaving. Met name de geestelijkheid zag in het nieuwe medium grote gevaren schuilen. Zij vreesde voor de verspreiding van al te moderne ideeën over orde en gezag en de omgang tussen de seksen. De films toonden nog al eens half ontblote acteurs en actrices. Niet zelden waren de films van een bedenkelijk moreel gehalte, in de ogen der zedenprekers althans. Naar wat er in het verhullende duister van de bioscoop tussen jongens en meisjes gebeurde, durfden de H.H. geestelijken niet eens te gissen.

Omdat men inzag dat de bioscoop toch niet uit te bannen was, ging men er toe over om kwaad met kwaad te bestrijden. In diverse plaatsen werden zogeheten "Witte Bioscopen" opgericht. Deze stonden onder toezicht van de pastoor, of een door hem benoemde keuringscommissie. Het initiatief voor de oprichting van de Waalwijkse Witte Bioscoop lag bij de Tilburgse filmexploitanten Jos van Gorp en Cor van Gils. Zij richtten 11 oktober 1920 een verzoek aan pastoor Van Riel om een bioscoop in De Gildenbond, het gebouw van de R.K. Werkliedenvereniging, te mogen oprichten. Het doel dat hen voor ogen stond was "het publiek gelegenheid te geven zich op een deftige wijze te kunnen vermaken en daardoor de Neutrale Bioscopen te bestrijden, en ook om de drankbestrijding in de hand te werken". Voorwaarde was wel dat er vaak voorstellingen gegeven werden. Want, zo stelden de filmbazen, "de geest van het volk is tegenwoordig genieten. Wordt dien trek tot genieten niet een weinig tegemoet gekomen, dan zou het gevolg kunnen zijn dat de menschen naar een Neutrale Bioscope zullen gaan of den tijd in de herberg zullen doorbrengen".[9]

Witter dan wit?

Al eerder was de zaal van De Gildenbond voor filmvoorstellingen gebruikt. In 1913 werd er "den historischen prachtfilm" VAN DE KRIBBE TOT HET KRUIS gedraaid. Het strijkorkest onder leiding van P. Leechburgh verzorgde toen de muzikale begeleiding. Mejuffrouw Else Münch trad als soliste op.[10] Nu ging het om wekelijkse voorstellingen op vrijdag, zaterdag en zondag. De pastoor zag het nut van bioscoop onder toezicht wel in en keurde het plan goed. Voor twintig gulden per week verhuurde de Werkliedenvereniging de grote zaal van De Gildenbond. Voorwaarde was dat elke film door de pastoor moest worden goedgekeurd. Daartoe werd een voorvertoning gegeven. Tijdens vasten en advent bleef de Witte Bioscoop gesloten.[11]

Advertentie Witte Bioscoop.jpg

Al bij de eerste film bleek gering effectiviteit van de kerkelijke censuur. Pas op 22 oktober kreeg de pastoor te horen dat een dag later een film met de in deze situatie wel wat ironische titel DE WEG NAAR HET SUCCES gedraaid zou worden. De aankondiging had toen al in De Echo van het Zuiden gestaan. Op deze manier had de zieleherder wel erg weinig ruimte om controle uit te oefenen. Wel deelde de exploitant in zijn brief alvast mee dat een week later OP HOOP VAN ZEGEN vertoond zou worden. Of de hoop op pastoor van Riels zegen terecht was, wordt niet duidelijk. In de Echo is geen aanwijzing te vinden dat deze laatste film ook daadwerkelijk vertoond is.[12]

Vier jaar na oprichting gingen er al stemmen op om de "witte vlag" boven de bioscoop in De Gildenbond te strijken, aangezien het verschil met de neutrale bioscoop te gering zou zijn. Een anonieme briefschrijver meende in 1924 dat de Witte Bioscoop nog maar nauwelijks achterliep bij Florabioscoop. Als voorbeeld noemde hij een incidentje rond een reclamebord dat vóór de Witte Bioscoop stond opgesteld. De bioscoopdirectie had een wat te gewaagd deel van de afbeelding met een programmabiljet afgedekt. Deze maatregel mocht echter weinig baten. Al spoedig had de straatjeugd het bedeksel eraf gescheurd. De platen van die film, aldus de briefschrijver, "overtroffen weder hare voorgangsters in natuurgetrouwe weergave, aantal en omvang der ontblootingen". "Men moet de jeugd zien reikhalzen, geklommen soms op vensterbank of hek, de gretigheid der ooren waarnemen, als groepjes grooteren hun commentaar leveren". De briefschrijver zag de "bioscoopzwijmel" als een onderdeel van de "verderfelijke" moderne beschaving. Andere tekenen aan de wand waren de verontrustende stembuscijfers, de populariteit van bepaalde dagbladlectuur en de alom heersende dansmanie.[13]

Hoewel de titel niet genoemd wordt, zal vermoedelijk de film BANGE NACHTEN steen des aanstoots zijn geweest. Dit "diep ontroerende mijnwerkersdrama in 5 acten" had de acteurs Liana Haid en Eugen Klöpfer in de hoofdrollen. In die tijd waren Franse en Duitse films minstens zo populair als Amerikaanse. De opperheerschappij van Hollywood begon pas in de dertiger jaren. Als voorprogramma draaide het "Hollandsch Nieuws", waarin de Olympische Spelen van 1924 aan bod kwamen. Explicateur was de heer H. van Engelen. De kaartjes waren in twaalf jaar tijd twee keer zo duur geworden. Loge kostte een gulden, eerste rang drie kwartjes, tweede twee kwartjes, derde rang een kwartje.

Advertentie Flora Bioscoop.jpg

De beste films

De Witte Bioscoop veranderde in 1933 van naam. Voortaan heette zij het R.D.B.-theater. R.D.B. stond voor Rooms-Katholieke Diocesane Bond. Reden van deze naamsverandering was een overname door twee nieuwe exploitanten, de heren J. Langermans en H.A. Aarts. Hun voorganger had de wekelijkse huur niet meer kunnen opbrengen. Vier jaar later verhuisde de bioscoop naar Musis Sacrum, waar in 1928 de Florabioscoop opgehouden had te bestaan. Het bestuur van de werkliedenvereniging, de verhuurders van De Gildenbond, wilde de grote zaal in het weekend weer zelf kunnen gebruiken.[14] Na de verhuizing zal het "witte" karakter van de bioscoop waarschijnlijk verdwenen zijn. Het toezicht van de pastoor was in het huurcontract met De Gildenbond opgenomen. In Musis Sacrum beschikte de pastoor niet meer over dit handvat. Na de verhuizing maakte de naam "R.D.B." plaats voor Musis "Sacrum". De reclameleus bleef echter onveranderd: "Het theater met de beste films".

De Florabioscoop was in Musis Sacrum in 1928 opgeheven omdat exploitant W. Govaerts zich in de nieuwe gebouwde zaal van A. van Berkel op de hoek van de Putstraat en de Grotestraat (no. 332) ging vestigen. Het theater kreeg de toepasselijke naam "Nieuwe Bioscoop". In haar korte bestaan kreeg dit theater herhaaldelijk problemen met de gemeentelijke filmkeuringscommissie. Deze commissie was in 1928 ingesteld, ingevolge de bioscoopwet die dat jaar in werking trad. Steeds weer probeerde Govaerts door de commissie verboden films of fragmenten te vertonen. Regelmatig leidde dit tot schorsingen. In 1930 was zaaleigenaar Van Berkel de situatie beu. De talrijke schorsingen waren ongunstig voor zijn buffetinkomsten. De filmcommissie besloot Govaerts' vergunning in te trekken en deze aan Van Berkel te verlenen. De Nieuwe Bioscoop werd omgedoopt in "Luxortheater". Deze zou tot 1966 door drie generaties Van Berkel geëxploiteerd worden.[15]

De opsomming van bioscopen zou niet compleet zijn zonder het Markatheater te noemen. Dit was de enige bioscoop van het "Heike". Lang heeft zij niet bestaan. In oktober 1929 begon de Bosschenaar J.C. Valentijn films te draaien in de zaal van P. van Daelen aan de St. Antoniusstraat 136. Hij had echter maar vergunning voor twaalf voorstellingen. Nadien heeft hij geen nieuwe vergunning meer aangevraagd. De "Marka" heeft slechts enkele maanden bestaan.[16]

Stuitende voorstellingen

Sinds 1928 stonden de Waalwijkse bioscopen onder toezicht van de plaatselijke commissie. Zij adviseerde het college van Burgemeester en Wethouders over de kwestie of een film al dan niet vertoond mocht worden, en zo ja voor welke leeftijd. Deze commissie was een voortvloeisel van de bioscoopwet van 1926, die in 1928 in werking trad. De wet voorzag in een centrale filmkeuring, maar liet de gemeenten vrij om daarnaast nog een eigen nakeuring in te stellen. Met name de confessionele partijen in de Tweede Kamer meenden dat een film die geschikt was voor de grote stad, nog niet altijd in een plattelandsgemeente door de beugel kon.[17] In 1933 bestond de Waalwijkse commissie uit de volgende leden: De lederfabrikant en wethouder W. Elbers als voorzitter, de joodse koopman Leon Hartog, de vakbondsman F. Passier, de lederfabrikant H. Wiesman, pastoor N. van Riel en P. Broos als secretaris. Regelmatig werden proefvoorstellingen gehouden, waarin de films voor de komende twee maanden ten aanschouwe van de commissie vertoond werden.[18]

In 1933 werden onder meer de films CIMMARON, SHOW OF SHOWS en TARZAN DE AAPMENSCH vertoond. De eerstgenoemde film was door de centrale keuring goedgekeurd voor personen boven 14 jaar. De commissie stelde echter de grens bij 18 jaar. Dit vanwege een scene waarin een godsdienstoefening gehouden werd. Deze was voor "geloovigen, onverschillig van welke religie ... stuitend" en voor "persoonen zonder een bepaalden godsdienst ... misleidend". SHOW OF SHOWS was landelijk geschikt bevonden voor alle leeftijden, de commissie echter stelde de limiet op 18 jaar. Dit "wegens kleeding, houdingen der danseressen, die op sommige momenten niet zooals op het toneel op flinken afstand waren te zien, maar door de lens op onnoodige wijze sterk naar voren werden gehaald". Ook TARZAN DE AAPMENSCH achtte de commissie te gewaagd voor personen onder 18 jaar. Steen des aanstoots was vooral de "schaarsche kleeding" van de "aapmensch" en zijn gezellin. De commissie ergerde zich met name aan de beroemde scene waarin Tarzan en Jane in het water rondwentelen. Nog in 1966 kreeg de exploitant van Musis Sacrum van Burgemeester en Wethouders het dringende advies om de Deense film SYTTEN (zeventien) niet te vertonen. De commissie van toezicht vond de "quasi-probleemfilm" aanstootgevend en amoreel.[19]

Het einde?

Op 2 november 1982 sloot Musis Sacrum, de laatste bioscoop van Waalwijk, zijn deuren. Eigenaar Dick Boers verklaarde dat de concurrentie van de grote bioscopen te zwaar werd. Musis Sacrum kreeg de topfilms pas als zij in de grote bioscopen al lang over hun hoogtepunt waren. Het publiek bleef weg. "Wat we ook draaiden, het sloeg niet aan" aldus Boers. De hoogtijdagen van de bioscoop waren definitief voorbij. De Waalwijkse Filmclub bleef actief tot 1992. Of dit jaar het einde van vijfentachtig jaar plaatselijke filmgeschiedenis zal betekenen is echter nog ongewis.

Appendix

Bronnen


De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming van de auteur Jeroen van Oss overgenomen uit: 'Vloek of vermaak? De film in Waalwijk, 1907-1992', De Klopkei (16e jaargang, 3e kwartaal 1992).

Voetnoten


  1. De Echo van het Zuiden (Echo), 13 januari 1907.
  2. Echo, 14 juli 1907.
  3. Karel Dibbets en Frank van der Maden ed., Geschiedenis van de Nederlandse Film en Bioscoop tot 1940 (Weesp 1986) blz. 29-32.
  4. Echo, 17 november 1912; 1 november 1913.
  5. Echo, 31 januari 1913; 30 april 1914.
  6. Echo, 19 december 1914.
  7. Echo, 25 oktober 1919.
  8. Nederlandse film, 260.
  9. Parochiearchief St. Jan Waalwijk, map "Witte Bioscoop".
  10. Echo, 23 november 1913.
  11. Gemeentearchief Waalwijk (GAW), Archief secretarie, W36.
  12. Parochiearchief St. Jan Waalwijk, map "Witte Bioscoop"; Echo, 21 oktober 1920.
  13. Parochiearchief St. Jan Waalwijk, map "Witte Bioscoop".
  14. GAW, Archief R.K. Werkliedenvereeniging, notulen 1933 en 1937.
  15. GAW Archief secretarie, P485.
  16. GAW Archief secretarie, P485.
  17. Nederlandse film, 258-259.
  18. GAW Archief secretarie, P485.
  19. GAW Archief secretarie, P485.
Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen