De Gildenbond

Uit WaalwijkWiki
Versie door Inekevandenhoudt (Overleg | bijdragen) op 8 aug 2013 om 21:44

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Het gebouw van De Gildenbond aan de Grotestraat werd geopend op 14 mei 1911 en is op 5 april 1987 afgebrand.

Foto GAW nr. 4351

In het begin van de twintigste eeuw was de vakbeweging in Waalwijk sterk in opkomst. In april 1901 werd opgericht de R.K. Werkliedenvereniging voor Waalwijk en Besoijen, ‘De Leobond,’ met 47 leden. In de jaren daarna werden diverse vakverenigingen opgericht en tijdens een vergadering op 27 februari 1910 werd de Leobond omgezet in de R.K. Gildenbond. Alle vakverenigingen werden daarin ondergebracht: de lederbewerkersbond, de bond van lederbewerksters, de grafische bond, de bouwvakarbeidersbond, de bond van naaisters en kleermakers en ook de coöperaties en het ziekenfonds. De Gildenbond was een grote organisatie geworden. Op 1 januari 1912 bedroeg het aantal leden, aspirantleden en donateurs 704. Vergaderd werd in café’s en ‘aan huis’ maar door het ontplooien van meer en grotere activiteiten werd de behoefte aan een eigen verenigingsgebouw steeds groter.

De stimulerende kracht was geestelijk adviseur C.J.J.M. de Wijs, kapelaan van de parochie St. Jan te Waalwijk. Het kerkbestuur van die parochie besloot op 11 januari 1910 een vergaderlokaal te bouwen links naast de kerk met daaraan een berglokaal voor kerkmeubelen en kerksieraden. In het gebouw zou ‘verlof’ moeten komen, maar gedurende het eerste jaar zou bij wijze van proef vergaderd worden zonder drank. Het terrein was echter volgens de ’publieke opinie‘ niet erg geschikt: het lag te dicht bij het kerkhof en te veel afgezonderd. In februari 1910 werd daarom door het kerkbestuur meerdere keren vergaderd, de bekende architect J. Stuyt uit Arnhem werd er bij gehaald voor een plan met kostenberaming en overwegende dat er nog meer verenigingen waren in Waalwijk die van het gebouw gebruik zouden kunnen maken, werd besloten een perceel grond in het centrum aan te kopen. Het perceel ten westen en eigendom van Dr. van Gils, aan de zuidzijde van de Grotestraat, was te koop. De vraagprijs, fl 10.000 was erg hoog maar door bemiddeling van de heer Verwiel, burgemeester van Besoijen, werd het perceel gekocht voor fl 10.000 met de bepaling dat de bierbrouwerij in het pand, in gebruik bij Jos van Gils, per 1 mei 1910 ontruimd zou zijn.

Geestelijk adviseur De Wijs vond de gemeentebouwkundige bereid kosteloos een plan te ontwerpen met toestemming van het gemeentebestuur. Jan van Dijk kreeg de opdracht, maakte het plan en voerde het uit. De bekende Waalwijker Pieter Wijten schonk fl 5.000,-- voor het gebouw. Het kerkbestuur wist de verdere financiering rond te krijgen en de bisschop van ’s-Hertogenbosch gaf zijn goedkeuring. De R.K. Gildenbond zou het pand contractueel huren van het kerkbestuur. Op 4 juni 1910 werd in café Van der Werf aan de Markt (naast hotel Verwiel) aanbesteed het bouwen van een bondsgebouw met woonhuis. Er waren zes inschrijvers. De laagste inschrijver was J. van Dun en Faessen uit Vught voor fl 21.950 maar het werk werd gegund en opgedragen aan de fa Wed. A. Aarts en Zn te Waalwijk voor fl. 22.490,--.

Waarschijnlijk is men snel met de bouw begonnen want in augustus werd de eerste steen gelegd in de westzijde van het toegangsportaal. De in de hardstenen plaat gebeitelde tekst luidde: ‘Eerste steen gelegd door Chr. De Wijs, adviseur, onder pastoorschap van J. Sprangers, 12-8-1919.’ Pastoor Sprangers plaatste een steentje in de toneelwand van de grote zaal, afkomstig uit de catacomben van Calixtius te Rome en gewijd door paus Pius X. De opening is vermeld in het eerste jaarverslag van de R.K. Gildenbond als volgt: ‘Als nu ben ik gekomen aan de grootst gebeurtenis van het afgelopen jaar en misschien de grootste van de komende jaren ook, en dat is de opening van het R.K. Gildenbondsgebouw. Het was nl. 14 mei 1911 dat deze gebeurtenis plaats had, zo lang verbeid, de opening van ons eigen tehuis, het grootsche monumentaal in opzet, prachtvol in afwerking, eenig van inrichting, het ware sieraad van Waalwijk en Besoijen.’ Het feest begon om 17.00 uur met ruim 1200 personen in de zaal en er werd een ‘reuzenprogramma’ afgewerkt. Adviseur De Wijs kreeg als dank een geschilderd portret aangeboden.

Foto GAW nr. 40835

Het gebouw bevatte op de begane grond een grote zaal met balkon en een toneel met kleedkamers. De zaal was afgedekt met een houten tongewelf met lichtkappen. Aan de voorzijde bevond zich rechts de hoofdingang met trappenhuis waarin een hardstenen bordestrap en een gang met toiletten; in het midden het café en links de bibliotheek met een aparte ingang, een gang en een houten trap. Op de verdieping was boven het café een bovenzaal met een wand van deuren die verwijderd kon worden, zodat de bovenzaal uitzicht gaf op het toneel. Verder was er een aantal kleine vertrekken voor vergaderingen. De totale bouwkosten waren fl. 1250,-- hoger uitgevallen dan begroot en de huur voor de Gildenbond bedroeg fl. 487,50 per jaar. Achter het gebouw stond een woonhuis voor de beheerder die tevens kastelein was in het café. Het café was geopend op zondag en verder op maandag- woensdag - en zaterdagavond. De eerste beheerder was A. Peeters. Hij werd opgevolgd door achtereenvolgens A. Schellekens (ruim 20 jaar), A. van Herpen met zijn zwager C. Kroot en de laatste beheerder was Fr. Berkelmans.

Op 3 maart 1918 werd de R.K. Gildenbond van Waalwijk en Besoijen omgezet in de R.K. Werkliedenvereniging. Er werd een nieuw bestuur gekozen en dat kreeg onenigheid met de eigenaresse van het gebouw, het R.K. Kerkbestuur St. Jan over het huurcontract. De adviseur van de Bossche Diocesane Werkliedenvereniging stond op het standpunt dat het gebouw eigendom moest zijn van de vereniging. Het kerkbestuur besloot op 5 april 1918 in principe de Gildenbond te verkopen aan de leden onder voorwaarde dat het gebouw niet doorverkocht mocht worden aan mensen die de godsdienst vijandig gezind zouden zijn. Het pand werd getaxeerd op fl. 22.500,--, een gunstige prijs voor de R.K. Werkliedenvereniging.

Tijdens de algemene ledenvergadering op 15 september 1918 kwam de aankoop aan de orde. Het bestuur werd gemachtigd met 235 van de 248 uitgebracht stemmen. Er moest fl. 20.000,--worden geleend en de lasten zouden verzwaard worden. Daarom werd ook besloten de contributie te verhogen van vijf naar acht cent per week. Op 30 april 1919 werd de akte van overdracht getekend en was het gebouw eigendom van de R.K. Werkliedenvereniging. Het verenigingsleven kwam tot grote bloei en er kwamen steeds meer vakverenigingen bij. Van de ontspanningverenigingen, de Zangvereniging, de harmonie St Crispijn en de toneelvereniging D.V.S.V. ging vooral de toneelvereniging gouden jaren tegemoet met haar regisseur kapelaan Van Bijnen. In 1919 had men de opvoering van ‘Sylock, de jood van Venetië’, in 1921 ‘Sauls Verwerping,’ in 1922 Hirtacus met ruim 3000 bezoekers enzovoorts. De film was in opkomst en om slechte films in het Waalwijkse te weren kwam op 20 oktober 1920 de ‘Witte Bioscoop’ in het gebouw. Alle gebeurtenissen in Waalwijk speelden zich af in de grote zaal van de Gildenbond en dat bleef zo tot 1940.

Met de Duitse bezetting begon ook de strijd van de vakverenigingen. De confessionele vakverenigingen werden voorlopig ongehinderd gelaten. Het N.V.V. moest onder leiding van H.J. Woudenberg, een rasechte NSB-er, alle vakverenigingen onder zijn vleugels zien te krijgen. Toen dat niet lukte, kreeg Woudenberg op 25 juli 1941 ook het R.K. Werkliedenverbond en het Christelijk Nationaal Vakverbond te leiden. Dat was tenminste de bedoeling. De hoofdbestuurders en de bestuurders van de aangesloten afdelingen traden echter af omdat zij geen knecht wilden worden van de NSB. Van de leiders van de plaatselijke afdelingen werd geëist dat ze de kas en ledenlijsten zouden opsturen en hun werkzaamheden zouden voortzetten. Ze liepen bij dienduizenden weg. Het verloop was zo ontstellend groot dat Woudenberg op 1 augustus in de pers een oproep deed om trouw te blijven en van alles beloofde. Zonder resultaat. Ook in Waalwijk. Tenslotte werd ook het Nederlands Verbond van Vakverenigingen NVV opgedoekt en het Nederlands Arbeidersfront gesticht, dat onder leiding kwam van Woudenberg. Het mooie gebouw in Waalwijk werd in 1941 of 1942 eigendom van het Nederlands Arbeidersfront te Amsterdam. En dat was de confessionele vakbonden en ook de godsdienst niet gunstig gezind, terwijl het R.K. Kerkbestuur van St. Jan dat juist bij de verkoop in 1918 als uitdrukkelijke voorwaarde gesteld had. In 1945 werd de koopovereenkomst nietig verklaard en kwam het gebouw weer in handen van de R.K. Werkliedenvereniging in Waalwijk.

Na de overname rond 1941 door het Nederlands Arbeidersfront, dat in Waalwijk praktisch geen leden had, kwam het gebouw leeg te staan. Distributiekring 251 Waalwijk zat toen dringend om ruimte verlegen en het leegstaande gebouw kwam haar goed van pas. Het lag in het centrum en alle diensten konden er in ondergebracht worden. Op 15 februari 1942 werd een huurovereenkomst aangegaan met het N.V.V. De R.K. Werkliedenvereniging was toen blijkbaar al geliquideerd. Later werd de huur betaald aan het Nederlands Arbeidersfront. De distributiedienst vertrok eind 1946 uit het pand en het gebouw kwam weer vrij voor vakbondswerk en andere doeleinden. Het kreeg een grondige opknapbeurt, in 1947 werd een nieuw toneel met kleedkamers gebouwd en toneelvereniging D.V.S.V. organiseerde een groots toneelconcours. Op 6 juni 1947 werd in de zaal een internationaal biljartconcours cadre 45-2 gehouden. De weerklank hiervan was dat in januari 1951 het Europees biljartkampioenschap cadre 47-2 in de grote zaal werd gespeeld met enorm succes. Voor die gelegenheid werd het houten tongewelf aan het oog onttrokken door het aanbrengen van een verlaagd plafond, dat niet meer is verwijderd.

De gevolgen van de oorlog en de tijd daarna deden zich voelen bij de R.K. Werkliedenvereniging, inmiddels omgedoopt tot Katholieke Arbeidersbeweging K.A.B. De exploitatielasten van het grote gebouw stegen en de inkomsten daalden. De loop was uit het café dat een groot gedeelde van de inkomsten genereerde. Men besloot de Gildenbond te verkopen en in 1954 werd de familie De Nijs de nieuwe eigenaar. Zij zou het café onder de naam ‘De Gecroonde Leersse’ exploiteren tot 5 april 1987, toen een grote brand het gebouw volledig in de as legde.

Appendix

Bronnen


De oorspronkelijke tekst van dit artikel is met toestemming overgenomen uit: Sjef Vugts, ‘Van Bondsgebouw tot Gecroonde Leersse in Waalwijk’, De Klopkei , 12e jaargang, 1e kwartaal 1988.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen