Badhuis

Uit WaalwijkWiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Het badhuis aan de Bernhardstraat, 1965 (SALHA, fotonr. 82496, foto J. de Bont).

Het badhuis aan de Bernhardstraat 8-10 is gebouwd in 1951 en werd als zodanig gesloten in 1966. Daarna diende het gebouw enige tijd als huisvesting voor de Centrale Administratie Gemeentebedrijven en later kreeg het een horecabestemming.

Ter verbetering van de slechte persoonlijke hygiëne onder de bevolking, werd al in 1919 op initiatief van de R.K. Werkliedenvereniging Waalwijk en Besoyen in de Waalwijkse gemeenteraad voor het eerst gesproken over de bouw van een openbaar badhuis. Door de crisistijd, de Tweede Wereldoorlog, maar ook door allerlei meningsverschillen tussen de raad en de studiecommissie over onder meer architectuur en inrichting van het badhuis, duurde het tot 1951 voor aan de Bernhardstraat de eerste steen voor een nieuw badhuis werd gelegd, naar een ontwerp van gemeentearchitect en directeur Gemeentewerken J.H.W. Kobben. Aannemersbedrijf Pepping uit Kaatsheuvel verzorgde de nieuwbouw en de N.V. Bronswerk uit Amersfoort leverde en installeerde alle technische en sanitaire voorzieningen. De totale aanneemsom bedroeg 129.000 gulden.

De officiële opening vond plaats op zaterdag 10 november 1951. Het fraai vormgegeven nieuwe badhuis werd als een van de meest moderne van het land beschouwd. De badhal bevatte drie badkamers met een badkuip en achttien douchecellen. In de wachtkamer bevond zich het loket waar men een douchekaartje kocht. Daar kon men ook een baddoek huren, een stukje zeep kopen of voor 10 cent het gebruik van de voor die tijd hoogst moderne föhn reserveren. De prijs van een kuipbad bedroeg 35 cent en die van een douchebad was 15 cent. Kinderen konden nog voordeliger terecht: respectievelijk 25 en 10 cent. Deze prijzen bleven tot 1960 ongewijzigd.

Een douchebeurt mocht niet langer dan twintig minuten duren en aan de hand van een klokje naast elke douchedeur werd de tijd bijgehouden. Badmeester Reitsma spoorde, als de tijd bijna verlopen was, de baders dringend en met stemverheffing tot spoed aan. Meneer Reitsma woonde met zijn gezin in het woonhuis op de bovenverdieping van het badhuis. Hij heeft vanaf de opening in 1951 tot de sluiting in 1966 de leiding over het badhuis gehad.

Er werd meteen vanaf de opening op grote schaal gebruik gemaakt van de badmogelijkheden in het nieuwe badhuis. Toch liep al vanaf het tweede bestaansjaar het aantal bezoekers terug, waardoor het exploitatietekort elk jaar opliep. Het bezoekersaantal van ruim 53.000 in 1951 was in 1964 meer dan gehalveerd. De oorzaak van de verminderende klandizie was de trend om bestaande huizen en nieuwbouwwoningen van een eigen douchegelegenheid te voorzien. Ondanks verhitte discussies in de gemeenteraad en protesten vanuit de bevolking, werd in de raadsvergadering van 29 oktober 1965 besloten om het badhuis definitief te sluiten. Toen op 1 mei 1966 de laatste bader de zware toegangsdeur van het badhuis achter zich dicht deed, was het definitief gedaan met de openbare badgelegenheid.

Na de sluiting heeft het gebouw onder meer dienst gedaan als kantoorruimte voor de Centrale Administratie Gemeentebedrijven. Later kreeg het pand een horecabestemming.


Appendix

Bronnen


Ad Nijssen, Het Waalwijkse Badhuis, De Klopkei, 36e jaargang, 2e kwartaal 2012.

Persoonlijke instellingen
Naamruimten

Varianten
Handelingen
Navigatie
Categorieën
Hulpmiddelen