Johannes Laurijs Gerardus Aarts
Jan Aarts | ||
Afbeelding gewenst | ||
Persoonsgegevens | ||
Volledige naam | Johannes Laurijs Gerardus Aarts | |
Geboren | Waalwijk, 20-09-1908 | |
Overleden | Middelburg, 14-05-1940 | |
Overige gegevens | ||
Beroep(en) | Schoenmaker/textielarbeider, dienstplichtig soldaat Koninklijke Landmacht, regiment Infanterie | |
Bijzonderheden overlijden | Eigen vuur | |
Laatste adres | Hilvarenbeek | |
Begraafplaats | R.K. begraafplaats Hilvarenbeek |
Johannes Laurijs Gerardus (Jan) Aarts (Waalwijk, 20 september 1908 - Middelburg, 14 mei 1940) was de oudste zoon van reiziger, later schoenmaker Sebastiaan Aarts en Antonia Boeijmeer. Het paar trouwde in 1907 in Oosterhout. Op zoek naar ander werk werd er slechts heel korte tijd gewoond in Waalwijk en streek men vervolgens neer in Hilvarenbeek. Op 26 juli 1909 werd het gezin Aarts in het bevolkingsregister van Hilvarenbeek ingeschreven, zoon Jan was toen nog geen jaar oud. In de Gelderstraat (schuin tegenover de tegenwoordige Albert Heijn) werd het meest linkse (nu nr. 49) van een rijtje lage huisjes betrokken, waarvan alleen het meest rechtse nu nog enigszins oorspronkelijk is. Jan kreeg daar nog gezelschap van twee broers, Jac. en Gerard, en twee zussen, Nelly en Jo. Twee andere kinderen stierven jong en een kind werd doodgeboren.
Jan Aarts werd schoenmaker, later textielarbeider en ging bij de Twernerij en Ververij 'Broekhoven' in Tilburg werken. Hij huwde op 15 april 1939 op 30-jarige leeftijd in Hilvarenbeek de 24-jarige Antoinetta Maria (Anna) van Dinter. De voormobilisatie van het Nederlandse leger in hetzelfde jaar riep hem onmiddellijk op voor de hernieuwde krijgsdienst. Jan Aarts kwam in de meidagen van 1940 "in den strijd voor Volk en Vaderland" om het leven door vijandelijk vuur: "Groote beproevingen heeft hij doorstaan, maar trouw bleef hij aan zijn plicht en op den hem aangewezen post tot in den dood."[1]
Volgens zijn overlijdensakte is hij overleden om 3.00 uur op het adres Noordpoortplein 2. Hier was een gasthuis (ziekenhuis) gevestigd. Na het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 geeft Nederland zich in de avond over. Alleen in Zeeland wordt de strijd voortgezet door de Fransen die ons land via België en Zeeuws-Vlaanderen te hulp zijn geschoten. Voor de in Zeeland teruggetrokken troepen werd de situatie daarmee niet minder chaotisch. In deze algemene chaos moet infanterist Jan Aarts door eigen vuur zijn omgekomen, blijkt uit de archieven. Dit in tegenstelling tot wat de familie altijd was verteld: in en rond Middelburg vonden schermutselingen plaats met per parachute neergekomen Duitse militairen. Vanuit bomen langs de grachtrand van de stad zou Jan diezelfde 14e mei door vijandelijk geweervuur dodelijk zijn getroffen. Echter bleken er op precies dat moment nog geen Duitsers in de stad te zijn.[2] Het overlijdensbericht bereikte de familie pas op 31 mei.
Jan Aarts werd slechts 31 jaar oud. Hij werd, samen met twee strijdmakkers, enigszins provisorisch begraven in Grijpskerke bij Middelburg. In juni lukte het de weduwe vervoer (en bonnen voor benzine!) te regelen voor een bezoek aan Zeeland. In Hilvarenbeek nam een comité van teruggekeerde ex-militairen het initiatief om hun gevallen kameraad weer thuis te brengen. Na overbrenging van de stoffelijke resten naar Hilvarenbeek vond op 19 oktober 1940 de plechtige uitvaart plaats onder grote publieke belangstelling.
Een collecte onder de dorpsbevolking bracht fl. 500,- bijeen voor deze plechtige herbegrafenis en voor een bijzonder grafmonument dat in 1941 werd onthuld. De Duitse bezetter had hier geen bijzondere moeite mee, maar tolereerde niet het aanbrengen van de gebruikelijke tekst op het monument. In plaats van een verwijzing naar het sneuvelen voor 'koningin en vaderland' moest het worden: 'voor wet en vaderland'.
Toen midden jaren '90 de tand des tijds wel erg zichtbaar werd, adviseerde de Oorlogsgravenstichting om het graf te ruimen en de stoffelijke resten over te brengen naar het militaire ereveld op de Grebbeberg. Om begrijpelijke redenen was de weduwe van Jan Aarts hier geen voorstandster van. Op zondag 12 oktober 2008 is het gerenoveerde grafmonument onthuld, op het kerkhof aan de Doelenstraat in Hilvarenbeek. Tijdens de renovatie is ook de daarop eerder onjuist vermelde geboorteplaats Hilvarenbeek alsnog gewijzigd in Waalwijk.
Jans jongere broer Jac. tekende al in 1937 voor voor het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) en vertrok naar de verre kolonie. Hij werd daar marconist bij de luchtmacht. Na de capitulatie van het KNIL voor Japan werd Jac. krijgsgevangen afgevoerd naar Thailand en te werk gesteld aan de Birmaspoorlijn. In 1943 bezweek hij daar aan malaria en andere ontberingen.
Sinds enkele jaren is er in Hilvarenbeek een pad naar de gebroeders Aarts vernoemd. Jan Aarts was de enige opgeroepen militair uit de toenmalige gemeente Hilvarenbeek die sneuvelde in de meidagen van 1940.
Bronnen
VoetnotenExterne links |