Julianastraat
De naam Julianastraat (ter ere van de toenmalige kroonprinses) voor de verbindingsweg tussen de Stationsstraat en de Mr. van Coothstraat werd vastgesteld in de raadsvergadering van 30 mei 1932.
Bijna vijf jaar eerder meldde burgemeester Moonen al aan de gemeenteraad dat mensen ter plekke graag zouden willen bouwen, mits de gemeente er een ‘klinkerpad’ zou aanleggen. De vanaf die tijd gevoerde onderhandelingen met de grondeigenaren liepen echter op niets uit, zodat op 29 mei 1931 ‘in het belang der volkshuisvesting’ het definitieve besluit genomen werd de betreffende percelen te onteigenen.
In juli en augustus 1932 vond de aanbesteding van de uit te voeren werkzaamheden plaats. Op 6 januari 1933 berichtte De Echo van het Zuiden dat de klinkerbestrating nagenoeg gereed was en de bomen geplant.[1] Bovendien vlotte de verkoop van bouwterreinen goed. Aan de zuidzijde waren al vier terreinen verkocht, op het verkochte perceel aan de noordzijde was men zelfs ‘al aan het graven.’
Op 28 februari 1933 werd de bouw van de ambtswoning voor de burgemeester aan de Julianastraat 6 aanbesteed.
AppendixBronnen
Voetnoten
|